Opties – Duwhandvatten
IN DE HOOGTE VERSTELBARE
DUWHANDVATTEN
Die duwhandvatten zijn in hun positie
beveiligd door pinnen die voorkomen
dat ze per ongeluk wegschuiven.
Door het losmaken van de hendel (1)
kunt u de duwhandvatten op een voor
u geschikte hoogte afstellen. Na
hoogte aanpassingen van de
duwhandvatten, dient u aan de hendel (1) te trekken tot deze stevig
vast zit (Fig. 44).
OPGELET:
Als de hendel niet stevig vast zit, kan hier letsel uit voortkomen
als de rolstoel over obstakels wordt getild.
Opties – Krukkenhouder
KRUKKENHOUDER
Hiermee kunt u krukken meenemen op de
rolstoel. De krukkenhouder heeft een
velcrolus waarmee u de krukken of andere
hulpmiddelen kunt vastmaken (Fig. 45).
OPGELET:
Probeer de krukken of andere hulpmiddelen
nooit al rijdend te verwijderen.
Opties - Werkblad
WERKBLAD
Hiermee kunt u krukken meenemen
op de rolstoel. Alvorens u een blad
gebruikt, moet een erkende dealer dat
aanpassen aan de breedte van de
zitting. Tijdens de proefrit moet u in de
rolstoel zitten (Fig. 46).
Opties - Stabilisatiestang
STABILISATIESTANG T.B.V.
VERSTELBARE RUG
Draai de stervormige knop (1) los en
klap de stabilisatiestang weg (2)
voordat u de rolstoel opvouwt.
Om de rolstoel weer rijklaar te
maken, volgt u de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde,
(Fig. 47).
GEVAAR!
• Controleer voor u de rolstoel
gebruikt, of de stabilisatiestang en de stervormige knoppen op de
juiste plaats zitten en goed zijn aangedraaid.
• Gebruik de stabilisatiestang nooit op de rolstoel mee op te tillen!
WEGKLAPBARE
STABILISATIESTANG
Deze stang dient om de rug te
stabiliseren. Om de rolstoel in te
kunnen klappen, moet de hendel (1)
naar binnen worden geduwd en de
stabilisatiestang naar beneden
geklapt. Bij het uitklappen van de
rolstoel dient u ervoor te zorgen dat
de stabilisatiestang op zijn plaats is
vergrendeld (Fig. 48).
Fig. 44
1
Fig. 45
Fig. 46
Fig. 47
2
1
Fig. 48
1
INKLAPPENDE
STABILISATIESTANG
Deze stang dient om de rug te
stabiliseren. Om de rolstoel te
kunnen inklappen, moet de
stabilisatiestang in het midden naar
beneden worden geduwd (1). Om de
rolstoel geheel uit te klappen, moet de
handgreep (2) omhoog worden
getrokken, (Fig. 49).
Opties – Hoofdsteunen
HOOFDSTEUNEN
U kunt de hoofdsteun verhogen en naar
voren en naar achteren bewegen. Om dit
te doen, draait u gewoon de schroef los,
past u de hoofdsteun aan naar de
gevraagde positie, en draait u de schroef
weer aan (zie het hoofdstuk over
draaikracht) (Fig. 50).
COMFORT HOOFDSTEUN
Om de hoogte aan te passen,
draait u de knop los, en plaatst u
de hoofdsteun op de gewenste
hoogte. Draai daarna de knop weer
aan (Fig. 51).
Opties – Transitwielen
TRANSITWIELEN
U kunt transitwielen gebruiken wanneer uw rolstoel met zijn
gewone achterwielen te breed is (bijv. in vliegtuigen,
bussen, enz.). Nadat u de achterwielen met behulp van
de quick-release-assen hebt verwijderd, kunt u de
transitwielen onmiddellijk gebruiken om te blijven
rijden. De transitwielen zijn zodanig gemonteerd dat
ze zich ongeveer 3 centimeter boven de grond
bevinden wanneer u ze niet gebruikt. Ze zitten dus niet
in de weg wanneer u rijdt, tijdens vervoer of wanneer u
de rolstoel kantelt om over hindernissen te rijden (bijv.
stoepranden, trappen, enz.). (Fig. 52).
OPGELET:
Uw rolstoel heeft geen wielvergrendelingen wanneer u
de transitwielen gebruikt.
Opties – Bediening met één hand
BEDIENING MET ÉÉN HAND
Om de rolstoel in een rechte lijn te
bewegen, moeten beide handwielen
worden gebruikt. Als de rolstoel moet
worden ingeklapt, verwijder dan de
verwijderbare buis door hem naar
binnen te drukken (Fig. 53).
OPGELET:
Ter voorkoming van letsel dient u er
voor te zorgen dat alle verbindingen
goed op hun plaats zitten.
Fig. 49
Fig. 50
Fig. 51
Fig. 52
Fig. 53
63
RubiX
2