IN HOOGTE VERSTELBARE
ARMSTEUNEN
Om de hoogte aan te passen, rekt u de
hendels (1) en duw de armleuning naar de
gewenste hoogte. Zorg er daarna voor dat
de hendel (1) weer op zijn plaats is
vergrendeld. Verwijdering van de armsteun
wordt op dezelfde wijze uitgevoerd.
Om de zijkanten volledig te verwijderen, drukt u op de hendel (2).
Wanneer de zijkant wordt geïnstalleerd, dient de hendel (2) ook
aangetrokken te worden.
Controleer altijd of de zijkant op de juiste wijze vergrendeld is.
(Fig. 34)
Opties – Armsteun, hemiplegie
ARMSTEUN, HEMIPLEGIE
De hemiplegie-armsteun kan
zowel qua lengte als hoek worden
ingesteld. U kunt de lengte
instellen door de armsteun te
duwen na de 2 draaischroeven (1)
los te hebben gedraaid. Om de
hoek aan te passen, opent u de
vergrendelingshendel (2) en draait
u de armsteun naar de gewenste positie. Draai vervolgens de
hendel weer aan (Fig. 35).
Opties – Anti-tip wielen
ANTI-TIP WIELEN
Anti-tip wielen bieden bijkomende
veiligheid voor onervaren gebruikers
wanneer deze nog leren hoe de
rolstoel te gebruiken. Anti-tip wielen
voorkomen dat de rolstoel naar
achteren kantelt. De anti-tip buis
moet zover in de buis van het frame
worden geplaatst dat de eerste van
de twee knoppen in het eerste gat in
het frame valt, (Fig. 36).
WAARSCHUWING!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt het
gevaar op achterwaarts kantelen groter. U moet de anti-tip omhoog
klappen wanneer u over grote obstakels, zoals een stoeprand, rijdt.
Zo voorkomt u dat ze met de grond in aanraking komen. Daarna
kunt u ze in de normale positie terugzetten.
OPMERKING: Duw de anti-tip niet zover in de buis van het frame
dat beide knoppen in de buis komen. Hierdoor kan de anti-tip
beschadigen en het gewenste effect wordt verkleind. Door op de
tweede zichtbare ontgrendelingsknop te drukken, kan de anti-tip
omhoog worden gebracht of worden verwijderd. Er moet altijd
tussen de 3 cm en 5 cm afstand zijn tot aan de grond. U moet de
wielen naar voren zwaaien wanneer u grote hindernissen (bijv.
stoep) op- of afrijdt, om aanraking met de grond te vermijden. Draai
de anti-tip wielen vervolgens weer naar beneden in de normale
positie (Fig. 36).
WAARSCHUWING!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt het
gevaar op achterwaarts kantelen groter.
Fig. 34
1
2
Fig. 35
1
2
Fig. 36
Opties – Heupgordel
WAARSCHUWING!
Controleer, voordat u uw rolstoel gebruikt, of de heupgordel correct
is aangepast en vastgemaakt.
De heupgordel dient aan de rolstoel bevestigd te zijn zoals getoond
op de afbeeldingen. De gordel bestaat uit twee delen. Ze worden
bevestigd d.m.v. de aanwezige schroef, die door het ringetje van de
gordel wordt gestoken. De gordel wordt onder de achterzijde van
het zijpaneel geleid. (Fig. 37)
Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het midden van de
stoel bevindt. (Fig. 38)
Fig. 37
De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de wensen van de
gebruiker:
Om de lengte van
Om de lengte van
de gordel te ver-
de gordel te ver-
groten
Type B
Om de gordel lan-
Haal vervolgens
ger te maken, haalt
het niet-gebruikte
u het niet-gebruikte
deel van de gordel
deel van de gordel
door de gesp en
door de geleiders
geleiders.
en gesp.
Fig. 38
korten
Type B
Type B
Controleer of de
gordel niet om de
sluiting is gedraaid.
RubiX
61
2