Handling
INKLAPPEN
Verwijder eerst het zitkussen en de
gepolsterde rugleuning van de
rolstoel en kantel de voetplaat of de
onafhankelijke voetsteunen naar
boven. Pak de zitting of de buizen van
de rugleuning in het midden en trek
hem omhoog. Zo klapt u de rolstoel
in. Om uw rolstoel zo klein mogelijk te
maken, zodat hij bijvoorbeeld in een
auto past, kunt u de voetsteunen
verwijderen (afhankelijk van het
model). Duw daarvoor de grendel van
de voetsteun naar binnen en draai de
voetsteun naar buiten. Vervolgens
kunt u de voetsteun gewoon uit de
ontvangbuis trekken (Fig. 1).
UITKLAPPEN
Druk op de zittingbuis (zie
afbeelding). Uw rolstoel is dan
uitgeklapt. Klik de zitbuizen in hun
positie in het zadel van de zitting. Dat
gaat makkelijker als u de rolstoel wat
opzij kantelt. Zo haalt u het gewicht
immers weg van één achterwiel en
kunt u de rolstoel makkelijker
uitklappen. Zorg ervoor dat uw vingers niet tussen de gekruiste
buizen raken. Breng de stoel en de gepolsterde rugleuning opnieuw
aan (Fig. 2).
Quick release assen voor
achterwielen De achterwielen zijn
uitgerust met quick release assen. Zo
kunt u de wielen zonder gereedschap
monteren of verwijderen. Om een wiel
te verwijderen, drukt u gewoon de
quick release knop op de as in (1) en
trekt u het wiel weg van de as (Fig. 3).
OPGELET:
Houd de quick release as ingedrukt
terwijl u de as in het frame steekt
om de achterwielen te monteren. Laat de knop los om het wiel op
zijn plaats te vergrendelen. De quick release knop zou weer op
zijn oorspronkelijke plaats moeten klikken.
ZONDER HULP IN UW ROLSTOEL GAAN ZITTEN (FIG. 4.0)
• Duw de rolstoel tegen een muur, of een stevig
meubel.
• Zorg dat de rolstoel op de rem staat;
• De voetplaten moeten omhoog worden
geklapt;
• Nu kunt u zich in de rolstoel laten zakken.
• Duw vervolgens de voetsteunen naar
beneden; nu kunt u uw voeten hierop zetten,
voor de hielbeugels.
ZONDER HULP UIT UW ROLSTOEL
KOMEN (FIG. 4.1)
• Zorg dat de rolstoel op de rem staat;
• De wegklapbare voetplaten moeten worden
weggeklapt;
• Steun op de armsteunen, buig enigszins
voorover om uw lichaamsgewicht naar de
voorzijde van de stoel te brengen. Zet uw
beide voeten stevig op de grond, één voet
naar achteren en duw uzelf omhoog naar een
staande positie.
WAARSCHUWING!
•
Ga bij het opstaan niet op de voetsteunen staan, hierdoor
kantelt de rolstoel. Wanneer u wilt plaatsnemen in uw rolstoel,
is het gemakkelijker en veiliger wanneer u de voetplaten
omhoog klapt of verwijdert. Zo zitten ze u niet in de weg.
•
Zet de rolstoel altijd op de rem (wielremmen) bij het in- of uit-
stappen of overbrengen van de gebruiker.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
1
Fig. 4
Fig. 4.1
Opties – Trapdop
TRAPDOP
Begeleiders gebruiken de trapdop om een
rolstoel over een obstakel te kantelen.
Trap gewoon op de buis om een rolstoel
bijvoorbeeld over een stoep of een trede
te duwen (Fig. 5).
OPGELET!
Sunrise Medical adviseert nadrukkelijk om een trapdop te gebruiken
op modellen met transitwielen. Ook als de rolstoel voornamelijk zal
worden voortbewogen door een begeleider, adviseren wij het
gebruik van een trapdop. Hierdoor wordt voorkomen dat schade aan
de rugbuizen ontstaat doordat hieraan wordt getrokken wanneer de
rolstoel over obstakels wordt geduwd.
Opties - Wielvergrendelingen
WIELVERGRENDELINGEN
Uw rolstoel heeft twee
wielvergrendelingen. Ze komen
rechtstreeks op de banden terecht.
Om de vergrendelingen te
gebruiken, drukt u beide
vergrendelingshendels naar voren
tot tegen de aanslagen. Om de
vergrendeling ongedaan te maken,
trekt u de hendels weer naar hun
oorspronkelijke positie.
Het remvermogen vermindert
wanneer:
• het loopvlak van de band versleten
is;
• de bandendruk niet voldoende is;
• de banden nat zijn;
• de wielvergrendelingen niet goed
afgesteld zijn.
De parkeerremmen zijn niet bedoeld
om als rem voor een bewegende
rolstoel te dienen. U mag de wielvergrendelingen dan ook niet
gebruiken om een bewegende rolstoel te doen remmen. Rem altijd
met behulp van de hoepels. Zorg ervoor dat de afstand tussen de
banden en de wielvergrendelingen voldoet aan de vermelde
specificaties. Om die afstand aan te passen, draait u de schroef los
en stelt u de juiste afstand in. Draai vervolgens de schroeven weer
aan (Fig. 6-7).
OPGELET!
Telkens wanneer u de achterwielen hebt bijgesteld, moet u nagaan
of de afstand tot de wielvergrendelingen in orde is. Pas die indien
nodig aan.
Wanneer u de wielvergrendeling te dicht bij het wiel monteert, zal
deze moeilijker te hanteren zijn. Hierdoor kan de verlengde hendel
breken!
De hendel kan ook breken wanneer u op de verlenging gaat leunen
tijdens transfers! Opspattend water en vuil van de banden kan
slecht functioneren van de wielvergrendelingen veroorzaken.
TROMMELREMMEN
Trommelremmen helpen een
begeleider om veilig en goed te
remmen. U kunt deze ook gebruiken
met behulp van een
vergrendelingshendel (1) om te
voorkomen dat u wegrolt. U moet de
hendel in zijn plaats horen klikken.
Trommelremmen werken onafhankelijk
van de luchtdruk in de banden (Fig. 8).
WAARSCHUWING!
U mag de trommelremmen alleen door erkende dealers laten
aanpassen.
Gebruik de 2 remmen altijd tegelijkertijd! Wanneer u 1 rem gebruikt,
zal de rolstoel van rijrichting veranderen.
Trommelremmen kunnen uitsluitend als dynamische rem worden
gebruikt om de rolstoel te stoppen wanneer deze in beweging is.
Schakel altijd de wielvergrendeling in tijdens een lange of korte
stop, of bij het overplaatsen van de gebruiker, om de rolstoel op zijn
plaats te houden.
Fig. 5
FIG. 6
FIG. 7
18 MM
Fig. 8
1
57
RubiX
2