4.4
Afmetingen
De afmetingen van de brander en van de flens worden aangeduid in Afb. 1.
D
F
D9675
G
Model
A
B
BG6.1D
300
345
BG6.1D TL
300
345
BG7.1D
300
345
4.5
Werkingsveld
Het debiet van de brander moet gekozen worden binnen het ge-
bied van het diagram (Afb. 2). Dit gebied wordt werkingsveld ge-
noemd, en levert het debiet van de brander in functie van de druk
in de verbrandingskamer.
Het werkingspunt wordt bepaald door een verticale lijn te trekken
vanuit het gewenste debiet en een horizontale vanuit de overeen-
komstige druk in de verbrandingskamer. Het snijpunt van de
twee lijnen is het werkingspunt, dat bovendien binnen het wer-
kingsveld moet liggen.
2,6
2,4
2,2
2,0
1,8
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0
0,2
0,3
4
5
50
60
D9674
20015404
Technische beschrijving van de brander
E
Ø H
Ø I
C
D
E
285
228
284
285
228
363
285
247
394
985T
6
7
8
70
80
90
A
F
G
Ø H
12
36
97
12
36
97
12
36
116
Het werkingsveld is berekend bij een omgeving-
stemperatuur van 20 °C, een luchtdruk van
1013 mbar (ongeveer 100 m boven de zeespie-
gel) en met de branderkop afgesteld zoals wordt
AANDACHT
aangegeven in Tab. A.
986T
9
10
11
100
110
120
130
8
NL
Ø I
L
M
N
131
189
106
83
131
189
106
83
165
213
127
99
EN 303-2
12
13
Debiet stookolie – kg/h
140
150
Thermisch vermogen – kW
L
M
O
P
Afb. 1
O
P
140
170
140
170
160
190
Afb. 2