Nederlandse
die het reddingsvlot zouden kunnen be-
schadigen. Gebruik de peddels om bij te
sturen.
13. Repareren van lekken
de reparatieset bestaat uit een lekstopper,
schuurpapier, lijm en plakstickers enz.,
afhankelijk van het type noodpakket (zie
tabel nr. 13 op pagina 14-15).
lekken kunnen tijdelijk worden gedicht met
de lekstopper of natte stukken textiel.
repareer een lek altijd zo snel mogelijk
met lijm en plakstickers. Maak het gebied
droog, schuur het goed op en breng een
laag lijm op het reddingsvlot en op de plak-
sticker aan. druk de plaksticker vast en
gebruik een hard voorwerp om eventuele
lucht uit de lijm te drukken door vanuit het
midden van de plaksticker naar buiten te
drukken.
14. slepen
als het reddingsvlot door een schip is
waargenomen, dient u een snelle red-
dingsoperatie voor te bereiden. Zorg er-
voor dat alle beschikbare zwemvesten zijn
aangetrokken. sta klaar om een lijn van het
reddende schip op te vangen.
als het reddingsvlot tijdens de reddings-
operatie moet worden versleept, moet de
sleeplijn aan de vanglijn of het bevesti-
gingspunt van de vanglijn worden beves-
tigd. Gebruik NOOIt de reddingslijn langs
de buitenkant van het reddingsvlot.
instructies
15. Helikopterredding
(Zie illustratie nr. 15 op pagina 13.)
1. steek uw armen omhoog door
het harnas.
2. sluit de klem zo strak mogelijk.
3. plaats het harnas onder uw oksels.
4. Houd uw armen omlaag langs uw
lichaam of houd de klem vast.
tijdens een reddingsactie met een heli-
kopter van een opblaasbaar reddingsvlot
wordt bij voorkeur de tent/tentboog inge-
klapt om het ophijsen
te vereenvoudigen. een opgezette tent
werkt als een zeil en bemoeilijkt de
operatie.
Gebruik GeeN handfakkels of lichtpijlen
als de helikopter 's nachts nadert voor de
reddingsoperatie.
15. Het evacueren van zieken of gewon-
den op zee van het ene naar het an-
dere vaartuig of naar een helikopter
Blaas het reddingsvlot op, trek het red-
dingsvlot naar het schip en ga aan boord.
laat de tentboog leeglopen (zie illustratie
nr. 11).
Werp het drijfanker uit. Breng de zieke
samen met een helper over naar het
reddingsvlot.
draai het schip met de kop in de wind en
laat het langzaam verlijeren. de afstand tot
het reddingsvlot moet ca. 30-50 m zijn.
(Gebruik lijnen om de vanglijn te
verlengen.)