Nederlandse
Bodem laten leeglopen tegen warmte:
als de warmte van de zon intens is, moet u
de bodem laten leeglopen om verkoeling
door het water te realiseren. Ook moet de
ingang open worden gehouden.
Bescherm uw gezicht en nek tegen de zon.
lucht bijvullen:
als het reddingsvlot enige tijd in gebruik
is, kan het zijn dat de twee drijvers en de
tentboog moeten worden bijgevuld, omdat
er lucht ontsnapt en de drijvers/boog zacht
worden.
de bijvulventielen bevinden zich in het red-
dingsvlot, één op iedere drijver en één op
de tentboog. sluit de handpomp aan op de
ventielen en blaas ze net zo lang op tot de
drijvers en tentboog weer hard zijn. sluit
de ventielen nadat de drijvers/boog zijn
bijgevuld.
12. Regenwater opvangen
Vang regenwater op in de regenwatergoot
aan de buitenkant en gebruik dit als drink-
water. tap het water via het rubberventiel
in de tent in de kunststof tassen die in
het reddingsvlot hangen. denk eraan het
eerste opgevangen regenwater weg te
gooien, omdat daar veel zout in zit. drink
NOOIt zout water, omdat dit de dorst al-
leen maar verergert.
13. noodpakket/Uitrusting reddingsvlot
Het noodpakket bevindt zich bij de drijver
van het reddingsvlot. In de buurt van het
noodpakket vindt u ook verschillende
andere uitrustingsstukken van het red-
dingsvlot, zoals peddels, balgen en een
reparatieset. de specifieke inhoud hangt af
van het afzonderlijke type noodpakket (zie
tabel nr. 13 op pagina 14-15).
instructies
13. noodrantsoen (voedsel en water)
deel tijdens de eerste 24 uur geen nood-
rantsoen uit. Hierdoor kan het lichaam zich
aanpassen aan de verminderde voedselin-
name en mensen met zeeziekte zijn na 24
uur waarschijnlijk gewend aan de bewegin-
gen van het reddingsvlot.
Het noodrantsoen is berekend op ca. 4-5
dagen. Verdeel de rantsoenen in gelijke
porties, bijvoorbeeld vijf (voor het aantal
dagen). Verdeel vervolgens ieder dagelijks
rantsoen onder het aantal personen, indien
mogelijk in 3 maaltijden per dag.
13. signaleringsapparatuur
Het noodpakket bevat handfakkels en
vuurpijlen (zie tabel nr. 13 op pagina 14-
15). lees de instructies door en maak
de signaleringsapparatuur gereed voor
gebruik, zodat het direct kan worden ge-
bruikt zodra er een boot of vliegtuig wordt
waargenomen. Gebruik de signaleringsap-
paratuur zo spaarzaam mogelijk en schiet
ze niet allemaal tegelijk af.
Gebruik in eerste instantie de signalerings-
lamp en geef het volgende sOs-signaal:
• • • — — — • • • ( = SOS )
als u niet wordt gezien, vuur dan een licht-
pijl af of ontsteek een handfakkel. Gebruik
een signaleringsspiegel als de zon schijnt.
als er radioapparatuur aan boord is,
stel deze dan in zoals aangegeven in de
instructies.
Het benaderen van de kust:
als de wacht land heeft waargenomen,
vuur dan een lichtpijl af of ontsteek een
handfakkel om om hulp te vragen. let
daarbij goed op rotsen of andere objecten