Télécharger Imprimer la page

Veilig Gebruik Van Gassen - Air Liquide CPM 400WI HPi Instruction De Securite D'emploi Et D'entretien

Publicité

FILTERNUMMERS (1) VOOR BOOGLASSEN
Snij Procédé
Plasmasnijden
(1) Afhankelijk van de omstandigheden kunnen : Glazen met een naastlager/naasthoger filternummer worden toegepast.
BESCHERMING TEGEN ROOK, DAMPEN, SCHADELIJKE EN
GIFTIGE GASSEN
Men dient uitsluitend in goed geventileerde ruimten te lassen en te snijden
De tijdens het werk in de werkplaats ontwikkelde
gassen en rook die de gezondheid van de werklui
hinderen of in gevaar kunnen brengen, dienen zo
dicht mogelijk bij de bron en zo efficiènt mogelijk
worden opgevangen. (Art. R232-1-7 Besluit 84-1093
van 7.12.1984).
De opgevangen rook dient afgezogen te worden
Zie onze catalogus en de :
"GUIDE PRATIQUE DE VENTILATION" N°7 opération de soudage à
l'arc("PRAKTISCHE GIDS I.V.M. VENTILEREN" nr. 7 Rubriek booglassen)
uitgegeven door het Franse "Institut National de Recherche et de Sécurité"
(Nationaal Instituut voor Research en Veiligheid) waarin u rekenmethodes
en verschillende praktische voorbeelden zult aantreffen.

3 - VEILIG GEBRUIK VAN GASSEN

1) - RISICO'S
Slechte gebruiksomstandigheden stellen personen die gassen hanteren bloot aan
twee essentièle gevaren, vooral indien het werk in een enge ruimte wordt uitgevoerd :
- Gevaar voor verstikking of vergiftiging
- Gevaar voor brand en ontploffing
2)- TE NEMEN VOORZORGSMAATREGELEN
a) Opslag onder hoge druk in cilinders
Leef de veiligheidsvoorschriften van de gasleverancier nauwkeurig na. Let er in het
bijzonder op :
- dat de zones waar het gas opgeslagen en gehanteerd wordt, goed geventileerd zijn,
dat ze voldoende van de las- en snijzone en van andere warmtebronnen verwijderd
zijn, en dat ze beschermd zijn tegen technische incidenten ;
- dat de cilinders vastgezet en schokken vermeden worden ;
- dat overdreven hitte (> 50°C) vermeden wordt.
b) Slangen en buizen
Controleer regelmatig de dichtheid van de onbuigbare buizen en van de
rubberslangen.
De slangen op onze apparaten voldoen aan de norm EN559 en zijn dientengevolge
voorzien van een merk waarin het bouwjaar staat vermeld.
Iedere maand visueel de staat van de oppervlakte van de slangen controleren. Indien
zij barsten of vouwen vertonen, moeten zij onmiddellijk worden vervangen. Zelfs
indien hun staat nog goed lijkt te zijn, raden wij aan de slangen om het jaar te
vervangen.
Spoor eventuele lekken nooit met behulp van een vlam op. Gebruik een aangepaste
detector of, indien deze niet voorhanden is, een penseel en water
Gebruik slangen in de conventionele kleur die met elk gas overeenstemt.
- Een brandblusser CO² voorzien (koolzuursneeuw) met een spuit van minimaal 5 kg
in de nabijheid van de installatie.
Verdeel de gassen onder de in de gebruiksaanwijzing aanbevolen druk.
Laat de slangen in de werkplaatsen niet op de grond slepen : ze zouden
beschadingen kunnen oplopen
Ga niet schrijlings over de slang staan en houd hem evenmin op de schouder.
Wanneer er een gaslek ontstaat loopt u gevaar, brandwonden op te lopen. De slangen
dienen periodiek gecontroleerd te worden.
c) Gebruik van de apparatuur
Gebruik uitsluitend voor de gebruikte gassen ontworpen apparatuur.
- Rust de apparaten uit met terugloop kleppen - vlamwerende inrichting
- Smeer de kranen in geen geval. Behandel ze met de nodige voorzichtigheid.
- De afsluiters mogen in geen geval gesmeerd worden. Open en sluit ze behoedzaam.
- Smeer de kranen in geen geval. Behandel ze met de nodige voorzichtigheid.
- Sluit bij incidenten eerst de brandstofgasafsluiter.
40
0.5
2.5
10
20
1
5
15
30
9
2.2 - Risico's op inwendige verwondingen
3.1 - Voorschriften met betrekking tot alle gassen
Lasstroom (A)
40
80
125
175
60
100
150
200
10
11
12
wij RADen HET GEBRUIK VAN EEN AANGEPASTE WERKTAFEL
AAN MET ROOKOPZUIGSYSTEEM (ONS RAADPLEGEN)
Bijzonder geval : chloorhoudende oplosmiddelen
De door deze oplosmiddelen ontwikkelde dampen kunnen onder
invloed van de lasboog tot giftige gassen worden omgevormd, zelfs al
bevindt de lasboog zich op afstand
Het gebruik van dergelijke oplosmiddelen buiten een hermetisch
gesloten ruimte is bijgevolg verboden op plaatsen waar lichtbogen
geproduceerd worden
LAWAAI
Bij bepaalde las- of snijparameters kunnen zowel het geluidsniveau als
het geluidsdrukniveau de nationaal toegelaten waarden overschrijden.
De lasser dient in zo'n geval de in het bedrijf voorgeschreven
veiligheidsmaatregelen op te volgen en oorbeschermers te gebruiken.
Bij het werken met plasmasnijmachines van zeer hoog vermogen kan
eventueel onder water worden gesneden.
REDUCEERVENTIEL :
Vergeet niet de kranen van de cilinders te ontluchten vooraleer er het reduceerventiel
op aan te sluiten.
Controleer of de reduceerschroef losgeschroefd is vóór het aanbrengen op de
cilinder.
OPEN DE AFSLUITER EEN WEINIG VOOR LASSEN MAAR VOLLEDIG VOOR
SNIJDEN (BIJ ONVOLDOENDE GEOPENDE AFSLUITER BESTAAT ER KANS
OP VLAMTERUGSLAG IN DE SNIJBRANDER).
Controleer of de verbinding stevig is uitgevoerd vooraleer de kraan van de cilinder
open te draaien.
Neem bij lekken nooit een koppeling onder druk los, maar sluit eerst de
gasflesafsluiter. Blaas vervolgens de slang schoon en sluit pas daarna de koppeling
vast aan.
In geval van lekken of bij het vervangen van een gasfles, nooit een onder druk
staand verbindingsstuk losdraaien.
Altijd eerst de kraan van de fles afsluiten of de toevoerkranen van het gas afsluiten.
De leiding ontluchten met behulp van de testknop gas die zich bevindt op het
bedieningspaneel van de machine of een verhittingsopdracht uitvoeren en een
snijtest.
Voor verdere informatie aangaande het ontluchtingsprocédé van uw machine,
zie het hoofdstuk onderhoud in deze handleiding.
RAADPLEEG DE HANDLEIDING VAN UW REDUCEERKLEP.
d) Werken in een enge ruimte
Voorbeelden :
Er dienen bijzondere voorzorgsmaatregelen getroffen te worden vooraleer in
dergelijke ruimten laswerkzaamheden uit te voeren : het gevaar voor verstikking,
vergiftiging, brand of ontploffing is er heel groot.
Een werkvergunningsprocedure, waarin alle veiligheidsmaatregelen bepaald worden,
dient systematisch ingezet te worden.
Men vergewisse zich van een degelijke ventilatie waarbij in het bijzonder gelet dient
te worden op
- onvoldoende zuurstoftoevoer
- overdreven zuurstoftoevoer
- overdreven gehalte aan brandbaar gas
225
275
350
450
250
300
400
500
13
- tunnels,
- buizen, pijpleidingen,
- scheepsruimen,
- putten, mangaten, kelders,
- tanks, kuipen, reservoirs,
- ballasttanks,
- silo's,
- reactoren.
SAFETY
8695 7050

Publicité

loading

Produits Connexes pour Air Liquide CPM 400WI HPi

Ce manuel est également adapté pour:

Cpm 600wi hpiW000377822W000377823