2.3. Fabrieksgarantie
De fabrikant garandeert dat de koelmachine voldoet aan de normen en standaards zoals beschreven in de
voorschriften van TU 107-2007 ITVN 701411.000 "Koelmachines, monoblokmodellen. Specificaties", met
inachtneming van de bepalingen en voorwaarden voor vervoer, opslag, installatie, bediening gelegen in
"Gebruikershandleiding".
Garantieperiode voor de koelmachine - 12 maanden vanaf de datum van ingebruikname, maar niet meer dan 18
maanden na de datum van fabricage. De gegarandeerde opslagperiode van de machine - 6 maanden vanaf datum
van fabricage. De garantie werkt alleen met de volgende documenten:
Gebruikershandleiding;
Akte van inbedrijfstelling (voorbeeld in Bijlage B);
Akte van het technische staat (voorbeeld in Bijlage C);
Onderhoudscontract met een gespecialiseerde organisatie.
De garantie wordt niet weergegeven als:
de regels van transport, opslag, montage en bediening van Gebruikershandleiding zijn niet volledig
voldaan;
inwerkingstelling, onderhoud van de koelmachine volgens reglement wordt gedaan niet door een
organisatie zonder nodige goedkeuring van de fabrikant;
het product heeft gekregen constructieve verandering zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de fabrikant.
3. BEOOGD GEBRUIK
3.1. Algemene instructies
De handleiding beschrijft informatie die nodig is voor de goede werking en het onderhoud van de koelmachine
tijdens het actieve gebruik. Duur en veiligheid van het machinegebruik afhankelijk zijn van de inachtneming van
de exploitatieregels . Let op! De monoblock koelmachine moet gebruiken als een component van thermische
isolatie koelkamer om vooraf gekoelde (diepvries) voedingsmiddelen te bewaren. In het geval van gebruik van
de machine voor andere doeleinden (thermische behandeling van het voedsel, het zetten op de camera van
andere dan de aanbevolen producten, etc.) het is nodig om de fabrikant te raadplegen.
3.2. Veiligheidsmaatregelen
Opgelet! Sluit het product aan op een beschermende automatische stopcontact dat deel uitmaakt van een
stroomkring met maximale elektrische stroom aansluiting release voor machines: van type 1 productlijn - 6,3 A,
van type 2 productlijn - 10A. De geel-groen aardingsdraad aansluitingskabel of een kabel met andere tekenen
moet worden aangesloten op aardleiding verbonden met aardelektrode. Bij het aansluiten van de netwerk
aansluitingselement XS sluit de blauwe draad aan op de klem «N» (voor een monoblokmodellen met een 3-fase
compressor). Zonder naleving van de bovengemelde eisen draagt de fabrikant geen aansprakelijkheid voor
elektrische veiligheid. Beschermingstype van behuizing is IP20. Bij tekenen van abnormale werking van de
koelmachine of fouten in het elektrische gedeelte (schending van de draad isolatie, gebroken grond draad, enz.),
dient het personeel onmiddellijk het apparaat uitschakelen en contact nemen met en koeltechnicus.
HET IS STRIKT VERBODEN VOOR BEDIENDEN BIJ DE KOELMACHINE DE FRONTKANT TE OPENEN EN
BESTUURSCONFIGURATIE BINNEN DE MACHINE TE VERANDEREN.
3.3. Aan de slag
De koelmachine moet worden geïnstalleerd op de koelkamer of andere commerciële koelinstallaties in
overeenstemming met GOST 23.833-95, in een droog lokaal, bij omgevingstemperatuur van 10 tot 40°C en
relatieve luchtvochtigheid tussen 80 en 40% respectievelijk. De machine van type MV ... U (STRAAT type) moet
worden geïnstalleerd onder een dak ( met omgevingstemperatuur niet lager dan -10°C en een relatieve
vochtigheid van 75 (± 5)%). - De koelmachine moet worden geïnstalleerd ten minste 0,1 m van de muur en 0,6
m van het plafond. De breedte van de doorgang naar de koelmachine moet tenminste 0,7 m zijn De koelmachine
moet geen direct contact hebben met zonnestralen en tenminste 1,5 m zijn van warmtebronnen.
De vloer van het lokaal voor commerciële koelapparatuur met geïnstalleerde koelkamer moet gladgemaakt zijn.
De stapsgewijze instructies voor het installeren van de koelmachine op de koelkamer zijn te vinden in Bijlage A.
LET OP! Het is niet aanbevolen de machine te installeren op de muur tegenover de kamerdeur.
www.combisteel.com
22