c) Accu's van de zender opladen
Indien u hiervoor 8 mignon-accu's gebruikt, dan moeten de accu's vóór het laden uit de zender worden genomen en
in een geschikte rondcellenlader worden opgeladen.
Let hierbij op de aanwijzingen van de fabrikant van de lader en op de technische gegevens van de door u gebruikte
accu.
Probeer nooit om batterijen (1,5V/cel) met een oplader op te laden vanwege explosie- en
brandgevaar!
Let op!
De vliegregelaar in het model beschikt over een veiligheidsschakelaar die het per ongeluk opstarten
van de aandrijfmotor voorkomt.
Onafhankelijk daarvan moet u echter vóór iedere inbedrijfstelling van de zender nagaan, of de
schuifregelaar voor de motorfunctie (zie afb. 2, positie 10) zich in de stand "motor uit" bevindt. Hiervoor
moet de regelaar geheel naar rechts geschoven zijn.
In tegenstelling tot de stuurknuppel voor het hoogte- en richtingsroer, die altijd zelfstandig in de
middenpositie terugveert, blijft de schuifregelaar altijd in de als laatste ingestelde positie staan.
Als de accu's opgeladen zijn of als er nieuwe batterijen geplaatst werden, moet de antenne van de zender volledig
uitgetrokken en de zender ter controle met behulp van de functieschakelaar (zie afb. 2, positie 4) ingeschakeld wor-
den.
De rode en groen lichtdiode (zie afb. 2, positie 11) branden en informeren u daarmee over de toereikende stroom-
verzorging van de zender. Bovendien klinkt een korte signaaltoon.
Is de stroomverzorging niet meer toereikend voor het correcte gebruik van de zender (onder 8,5 V), dan begint de
rode lichtdiode te knipperen, er klinkt bovendien elke seconde een waarschuwingstoon. In dit geval moet u het gebruik
van het model zo snel mogelijk stopzetten.
Als u de zender verder wilt gebruiken, moet u nu de accu's opladen of nieuwe batterijen plaatsen.
Om het memory-effect bij NiCd accu´s te voorkomen, mag u de oplader pas aansluiten als de accu´s volledig ontladen
zijn.
93