g) Montage van de propeller
• Wanneer u het model van achteren bekijkt, draait de
aandrijfmotor de propeller (1) met de klok mee.
• Plaats de propeller zo op de meenemer (2), dat hij bij
de boven beschreven draairichting de lucht naar
achteren drukt.
• Om de propellermoer (3) te bevestigen, wordt met het
model een passende vorksleutel meegeleverd.
h) Controleren van de motorfunctie
Vóórdat u een motortest uitvoert, moet u de vliegaccu laden en het model adequaat tegen wegrollen beveiligen. Let
op, dat geen losse voorwerpen zoals papier of kunststoffolie door de propeller aangezogen kunnen worden.
Houd in ieder geval voorwerpen en ook lichaamsdelen uit het draaibereik van de propeller weg.
Neem om de motortest uit te voeren eerst de zender in bedrijf en schakel vervolgens de ontvangstinstallatie van het
model in.
Attentie, belangrijk!
Vóórdat u de veiligheidstoets (zie afb. 8, positie 6) bij het model bedient, moet u zich ervan
verzekeren, dat de schuifregelaar voor de motorfunctie (zie afb. 2, positie 10) rechts onder in de
positie "Motor-uit" staat. Is dit niet het geval, dan start de propeller direct na het bedienen van
de veiligheidstoets, hierbij kan schade worden veroorzaakt.
Nadat u de juiste stand van de schuifregelaar voor de motorfunctie gecontroleerd resp. gecorrigeerd heeft, kunt u de
veiligheidstoets bij het model bedienen.
Als u de schuifregelaar langzaam naar linksboven schuift, moet de motor starten en het toerental verhogen. Het max.
motorvermogen is bereikt, wanneer de schuifregelaar linksboven tegen de aanslag staat.
Werkt de toerentalregeling bij de zender precies andersom, dan kunt u met behulp van de reverse-schakelaar voor de
motorfunctie (zie afb. 2, positie 5) de functierichting van de schuifregelaar omschakelen.
Schakel na beëindiging van de test eerst ontvangstinstallatie en vervolgens de zender weer uit; neem de vliegaccu uit
het model.
Afb. 14
101