c) Accu's in de zender laden
Bij het gebruik van accu´s kunt u terwijl de zender uit-
geschakeld is een laadkabel op de laadaansluiting (1)
(niet bij levering inbegrepen) aansluiten en de accu´s in
de zender opladen.
Houd hierbij in ieder geval rekening met de polariteit van
de aansluitstekker. Het binnenste contact van de laad-
bus moet met de plus-aansluiting (+) en het buitenste
contact met de min-aansluiting (-) van het laadapparaat
worden verbonden.
De laadstroom dient ca. 1/10 van de capaciteit van de
geplaatste accu´s te bedragen.
Bij accu´s met een capaciteit van 2000 mAh bedraagt de
laadstroom ca. 200 mA en de laadtijd ca. 14 h.
U mag een laadapparaat enkel aansluiten als er accu´s (1,2V/cel) in de zender zijn. Probeer nooit om
batterijen (1,5V/cel) met het oplader op te laden, er is explosie- en brandgevaar!
Gebruik geen snellaadapparaten om beschadigingen van de interne leidingen en aansluitingen te vermij-
den.
Aangezien in het laadstroomcircuit van de zender een beveiligingsdiode is geïntegreerd, kunnen geen laa-
dapparaten worden gebruikt die de laadstroom kort onderbreken om de actuele accuspanning te meten. In
dit geval dienen de accu´s voor het opladen uit de zender te worden genomen.
d) Inschakelen van de zender
Wanneer de accu's zijn opgeladen of nieuwe batterijen werden geïnstalleerd, controleert u de positie van de tuimel-
schakelaar. Alle schakelaars moeten zich in de voorste positie „0" bevinden. De stuurknuppel voor de pitch-functie (zie
afbeelding 1, pos. 14) moet in de onderste positie worden geschoven.
Schakel vervolgens de zender met behulp van de aan-/uitschakelaar (zie afbeelding 1, pos. 9) in. Schuif daartoe de
schakelaar van de onderste positie „OFF" in de bovenste positie „ON". De groene LED-aanduiding (zie afbeelding 1,
positie 11) geeft aan dat de stroomvoorziening van de zender voldoende is.
Al de stroomverzorging niet meer voldoende is voor een probleemloos gebruik van de zender, begint het groene LED-
indicatielampje te knipperen. In dit geval dient u het gebruik van uw model zo snel mogelijk te stoppen. Als u de zender
wilt blijven gebruiken, dienen de accu´s opnieuw te worden opgeladen of nieuwe batterijen te worden geplaatst.
Om het memory-effect bij NiCd-accu's te voorkomen dient u het laadapparaat pas aan te sluiten wanneer de accu's
geheel ontladen zijn.
Als het LED-indicatielampje na het inschakelen groen oplicht en elke 4 seconden rood knippert, bevindt de
tuimelschakelaar voor de 3D-instelling (zie afbeelding 1, pos. 4) zich niet in de juiste stand. In dit geval zou
de aandrijfmotor niet starten wanneer de vliegaccu aan de helikopter is aangesloten en de stuurknuppel
voor de pitch-functie naar voor wordt geschoven.
Als het LED-indicatielampje na korte tijd rood knippert, zou per ongeluk de schakelaar voor de koppelingsfunctie
(zie afbeelding 1, pos. 12) kunnen worden geactiveerd. Schakel in dit geval de zender onmiddellijk uit, deactiveer de
schakelaar en neem daarna de zender opnieuw in gebruik.
Afbeelding 4
163