Indien een andere instelling veranderd moet worden (bijv. de onderspannings-
beveiliging), volgt u de bovenstaande procedure:
Laat de Setup-toets pas los wanneer de groene LED in overeenstemming met de
gewenste functie knippert (resp. afhankelijk van de motor pieptonen klinken); een
exacte beschrijving van de afzonderlijke functies vindt u verderop in deze
gebruiksaanwijzing.
Vervolgens drukt u net zo vaak kort op de Setup-toets tot de rode LED in
overeenstemming met de gewenste instelling resp. instelwaarde knippert.
Als de rijregelaar uitgeschakeld wordt, is de actuele instelling resp. instelwaarde
opgeslagen.
#
Groene LED knippert....
(+ pieptoon)
1
1x kort
2
2x kort
3
3x kort
4
4x kort
5
1x lang
6
1x lang, 1x kort
7
1x lang, 2x kort
8
1x lang, 3x kort
9
1x lang, 4x kort
10 2x lang
11 2x lang, 1x kort
• Functie #1, groene LED knippert 1x kort: Rijfunctie
De rijregelaar kan in dit instelmenu worden omgeschakeld tussen "vooruit/rem" en "vooruit/
rem/achteruit" (standaardinstelling) (daardoor is de achteruitversnelling uitschakelbaar).
• Functie #2, groene LED knippert 2x kort: Handrem
De handremfunctie voorkomt het wegrollen op een hobbelige ondergrond resp. wanneer het
voertuig op een helling staat. Hoe hoger de waarden bij de handremfunctie worden
ingesteld, des te minder rolt het voertuig weg als het stilstaat op een hellende ondergrond.
Een gewone elektromotor ontwikkelt al door de aanwezige magneten een bepaalde
remkracht bij stilstand; bij brushless-motoren is hier echter geen sprake van.
Instelbaar zijn de waarden 0%, 5%, 10%, 15%, 20%, 25%, 30%, 40%.
• Functie #3, groene LED knippert 3x kort: Laagspanningsbescherming
Als LiPo-accu's worden gebruikt, moet absoluut de onderspanningbeveiliging
owrden geactiveerd (bijv. 3.0V per cel).
Wanneer de onderspanningsbeveiliging is geactiveerd, dan meet de rijregelaar de
accuspanning direct na het inschakelen. Bij een spanning van minder dan 9V
neemt de accu een 2-cellige LiPo-accu aan; bij spanningen tussen 9.0V en 12.0V
een 3-cellige LiPo-accu.
Als de accuspanning lager is dan de ingestelde waarde (bijv. 3.0V per cel, uitschakeling vindt
plaats bij een 2-cellige LiPo-accu bij een spanning beneden 6.0V), wordt de motor
uitgeschakeld om de accu te beschermen.
Als NiMH-accu's worden gebruikt, richt de uitschakelspanning naar de spanning van de
NiMH-accu. Wanneer de spanning van de NiMH-accu lager is dan 9.0V wordt de
uitschakelspanning van een 2-cellige LiPo-accu gebruikt (vb. 2x 2.6V = 5.2V). Wanneer de
spanning hoger ligt dan 9.0V, wordt de uitschakelspanning van een 3-cellige LiPo-accu
gebruikt (vb. 3x 2.6V = 7.8V). Voorbeeld: NiMH-accu met 6 cellen en ca. 8.0V (accu volledig
opgeladen), laagste spanningsbescherming bij LiPo ingesteld op 2.6V -> uitschakeling
gebeurt bij deze NiMH-accu bij 5.2V.
• Functie #4, groene LED knippert 4x kort: startmodus bij het vertrek
Afhankelijk van de instelling vindt het vertrek krachtig of minder krachtig plaats. Zorg dat bij
de beide instellingen "snel" en "zeer snel" ook een hiervoor geschikte accu wordt gebruikt
die de bij het optrekken benodigde hoge stroom kan leveren.
• Functie #5, groene LED knippert 1x lang: maximale remkracht
De rijregelaar biedt afhankelijk van de stand van de hendel op de zender een proportionele
remkracht. De maximale remkracht bij volledige uitslag is instelbaar tussen 25%, 50%, 75%
en 100%.
Een hoge instelling (bijv. 100%) verkort de remweg, maar heeft negatieve gevolgen voor de
gebruiksduur van de tandwielen (aandrijfpignon, hoofdtandwiel en differentieel).
• Functie #6: groene LED knippert 1x lang, 1x kort: max. snelheid voor achteruitrijden
De maximale snelheid voor achteruitrijden kan met deze functie worden geprogrammeerd.
Instelbaar zijn waarden van 25%, 50%, 75% en 100%. Wij raden aan om de achteruitrijsnelheid
op 50% in te stellen zodat het voertuig bij het achteruitrijden beter te beheersen is.
Als de achteruitrijversnelling werd uitgeschakeld (zie onder "Functie #1"), dan heeft deze
instelling geen betekenis.
Functie
1x kort
Rijfunctie
Vooruit/remmen Voortuit/remmen/
Handrem
0
Onderspannings-
uit
bescherming
Startmodus
Soft
Maximale remkracht
25%
Max. snelheid acheruit 25%
Minimale remkracht
= Handrem
Neutraal gebied
6%
Timing
0.00
Motortype
Brushless
Oververhittings-
+95°C
bescherming
De grijs gemarkeerde instellingen/instelwaarden zijn de in de fabriek door de fabrikant
uitgevoerde standaardinstellingen. Bij nieuwere versies van de rijregelaar heeft de fabrikant
o.a. andere basisinstellingen opgeslagen; u moet daarom voor de eerste ingebruikstelling alle
instellingen controleren en eventueel aan uw motor of voertuig aanpassen.
Rode LED knippert....
2x kort
3x kort
achteruit
5%
10%
2.6V/cel
2.8V/cel
Normaal
Snel
50%
75%
50%
75%
0%
20%
9%
12%
3.75
7.50
Uit
• Functie #7: groene LED knippert 1x lang, 2x kort: minimale remkracht
Hier kan de remkracht worden ingesteld wanneer de remprocedure (afhankelijk van de
stand van de gas/remhendel op de zender) begint.
Vooraf ingesteld is dezelfde remkracht als voor de handremfunctie (zie "Functie #2"), maar
er kunnen ook waarden van 20% of 40% worden geprogrammeerd.
• Functie #8, groene LED knippert 1x lang, 3x kort: neutraal-bereik (voor neutraalstand
op zender)
Met deze functie kan worden ingesteld welk
bereik "D" (zie afbeelding rechts) als
neutraalstand door de zender wordt
herkend.
A = Mechanische middenstand
van de gashendel
B = volgas vooruit
C = volgas achteruit
D = Bereik voor de neutrale stand
E = Bereik voor het vooruitrijden
F = Bereik voor het achteruitrijden
Instelbaar zijn waarden van 6%, 9% en
12% van het bereik van de hendel.
• Functie #9, groene LED knippert 1x lang, 4x kort: Timing
In principe kunnen hogere waarden leiden tot een hoger uitgangsvermogen van de motor,
maar ook tot een vermindering van de efficiëntie (kortere rijtijd).
Instelbaar zijn waarden van 0.00, 3.75, 11.25, 15.00, 18.75, 22.50 en 26.25.
• Functie #10, groene LED knippert 2x lang: Selectie van het motortype
Deze optie is door de fabrikant vast ingesteld op "Brushless-motor" en kan niet worden
gewijzigd.
• Functie #11, groene LED knippert 2x lang, 1x kort: overtemperatuurbeveiliging
De overtemperatuurbeveiliging van de rijregelaar wordt bij +95°C geactiveerd, wanneer
deze temperatuur langer dan 5 seconden wordt gemeten. In dit geval wordt de motor
uitgeschakeld en knippert de groene LED.
Om veiligheidsredenen raden wij u aan de overtemperatuurbeveiliging altijd in te
schakelen.
Bij een uitgeschakelde overtemperatuurbeveiliging kan de rijregelaar door
oververhitting defect raken en verliest u het recht op garantie.
4x kort
1x lang
1x lang,
1x kort
15%
20%
25%
3.0V/cel
3.2V/cel 3.4V/cel
Zeer snel
100%
100%
40%
11.25
15.00
18.75
E
B
1x lang,
1x lang,
2x kort
3x kort
30%
40%
22.50
26.25
C
F
D
A