Menu
Parameter
SET
Het justeren van de meetkanalen
(OR R
0FFS
°C resp. °F
S[AL
°C resp. °F
0FFS
hPa
SET
Set alarm: Instelling van de alarmfunctie
AL. 1
AL
AL.,N
A 1.LO
A 1.H,
AL. 2
A2.LO
(*)
Zijn er gegevens in het loggergeheugen, dan kunnen parameters die met (*) gekenmerkt zijn
niet worden opgevraagd. Moeten deze worden verwijderd, dan moeten eerste de gegevens
worden gewist!
180
Waarden
Betekenis
-5.0 °C ... 5.0 °C
Het nulpunt van de
resp.
temperatuurmeting wordt
-9.0 °F ... 9.0 °F
met de ingestelde waarde
verschoven. Daarmee kunnen
zowel sensorafwijkingen als ook
meettoestelafwijkingen worden
gecompenseerd
OFF
Nulpuntverschuiving is gedeactiveerd
(=0,0°)
-5.00 ... 5.00 % De helling van de temperatuurmeting
wordt met deze factor (in %)
veranderd, daarmee kunnen zowel
voeler- als ook meettoestelafwijkingen
worden gecompenseerd.
Hellingscorrectie is gedeactiveerd
OFF
(=0.00)
-20 ... 20 hPa
Het nulpunt van de absolute drukme-
ting wordt met de ingestelde waarde
verschoven. Daarmee kunnen sensor-
afwijkingen worden gecompenseerd
OFF
Nulpuntverschuiving is gedeactiveerd
(=0,0°)
ON / NO.SO
Zuurstof-bewaking: Alarm aan met
claxon / alarm aan zonder claxon
OFF
Geen alarmbewaking voor zuurstof
[ONC
Alarmkanaal zuurstof: Concentratie
in %
P. 02
Alarmkanaal zuurstof: Partiële druk in
hPa of mmHg
bijv. 0,0...100,0
Min-alarm-grens zuurstof (niet bij AL.
%
1. oFF)
bijv. 0,0...100,0
Max-alarm-grens zuurstof (niet bij
%
AL. 1. oFF)
ON / NO.SO
Alarm temperatuurmeting aan met
claxon / alarm aan zonder claxon
OFF
Geen alarmfunctie voor temperatuur-
meting
-5.0 ...+50.0 °C Min-alarm-grens temperatuur (niet bij
AL. 2. oFF)
zie
SD_310_2 07/2018