Saliniteitscorrectie ('Sal'); Omgevingsdruk En Waterdiepte Bij De Opgeloste-O2-Meting; Kalibratie Van De Zuurstofsensor - Lovibond SD 310 Oxi Mode D'emploi

8.1 Saliniteitscorrectie ('SAL')

Met toenemende saliniteit (zoutgehalte), neemt de oplosbaarheid van zuurstof in water af,
d.w.z. bij dezelfde partiële zuurstofdruk zijn minder mg zuurstof per liter water opgelost. Om
deze zuurstofconcentratie te bepalen moet daarom eerst de saliniteit van het medium worden
ingevoerd (zie 'Configureren van het apparaat'). De saliniteitscorrectie is op waterige media
afgestemd, die in hun chem. samenstelling met zeewater overeenkomen. De basis van de
correctie zijn de "International Oceanographic Tables" (IOT).
8.2 Omgevingsdruk en waterdiepte bij de opgeloste-O
De luchtdrukverhoudingen op de meetplaats spelen een rol voor:
• de berekening van de zuurstofverzadiging (%sat).
Aan lucht kan zuiver water 100% verzadiging bereiken. Mits er geen zuurstofverbruikende
processen (biologische afbraakprocessen, chemische effecten) of zuurstofconcentrerende
processen (zoals te sterke beluchting of fotosynthese) zijn
• de berekening van de zuurstofconcentratie (mg/l)
• de beoordeling van de kalibratie
Daarom is een correctie van de luchtdruk d.m.v. meting of zoals bij eenvoudiger apparaten
via tabellen of invoer van druk of zeeniveau noodzakelijk.
De geïntegreerde luchtdruksensor meet voortdurend de omgevingsdruk voor de
• luchtdrukgecompenseerde berekening van de concentratie [mg/l] en van de verzadiging [%O
• luchtdrukgecompenseerde kalibratie

9. Kalibratie van de zuurstofsensor

Door de veroudering van de sensor moet de zuurstofsensor regelmatig gekalibreerd worden.
Hiervoor zijn in het apparaat eenvoudig te bedienen kalibratiefuncties beschikbaar. Wij
raden aan om een kalibratie ten minste elke 7 dagen uit te voeren of, om een maximale
meetnauwkeurigheid te bereiken, vlak voor de meting.
Lag de sensor één of meerdere dagen droog aan de lucht, dan moet voorafgaand aan de
kalibratie de sensor ten minste 30 minuten
in het water worden gelegd.
Voorafgaand aan de kalibratie wordt de
opslagfles verwijderd en de membraan met
een zachte doek afgedroogd.
9 . 1 D o o r v o e r i n g v a n d e
1-punt-kalibratie ('(AL 1-PT')
Bij de 1-punt-kalibratie wordt de sensor
aan het zuurgehalte van de lucht (20,95
%) aangepast. In principe zijn er drie
mogelijkheden van de kalibratie, de sensor
moet dan ook desbetreffend worden
voorbereid:
Luchtkalibratie zonder hulpmiddel ('Cal Air')
De sensor bevindt zich aan de binnenlucht. Hiertoe wordt de sensor beschermd tegen
tocht door deze in een handdoek of in huishoudpapier te wikkelen. (Vóór begin van de
kalibratie min. 15 minuten laten liggen, zodat de temperatuur wordt aangepast en de
membraan droogt). Afhankelijk van de rel. luchtvochtigheid [%] en de temperatuur [°C]
wordt hierbij een kleine kalibratiefout geaccepteerd. Des te koeler de lucht, des te geringer
is de afwijking. Aanbevolen temperatuur < 25 °C. Foutcorrectie: zie tabel.
SD 310_2 07/2018
20% 40 % 60 % 80 % 100 %
5 °C 1,007 1,005 1,003 1,002 1,00
10 °C 1,01 1,007 1,005 1,002 1,00
15 °C 1,014 1,01
20 °C 1,019 1,014 1,009 1,005 1,00
25 °C 1,026 1,019 1,013 1,006 1,00
30 °C 1,035 1,026 1,017 1,009 1,00
35 °C 1,047 1,035 1,023 1,012 1,00
40 °C 1,063 1,047 1,031 1,016 1,00
Afw. bij luchtkalibratie zonder hulpmiddel,
O -verzadiging = weergavewaarde x
2
correctiefactor
-meting
2
1,007 1,003 1,00
185
]
2