Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen aangegeven
die op de machine, resp. op de verpakking, te vinden zijn. Een
beschrijving van de afzonderlijke betekenissen is in het
hoofdstuk "Aanduiding" te vinden.
Verwijdering van de transportverpakking
De verpakking beschermt de machine tegen transportschades.
De verpakkingsmaterialen zijn meestal volgens
milieuvriendelijke en verwijderingtechnische standpunten
gekozen en derhalve recyclebaar. Het retour brengen van de
verpakking in de materiaalomloop spaart grondstoffen en
verlaagt de afvalhoeveelheden. Verpakkingsdelen (bijv. folies,
styropor) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Er bestaat
verstikkingsgevaar! Bewaar de verpakking buiten het bereik
van kinderen en verwijder deze zo snel mogelijk.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, voor het gebruik van de
machine, de gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig
verkooppersoneel is er geen speciale kwalificatie voor het
gebruik van de machine nodig.
Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt worden van
16 jaar of ouder. Uitzondering hierop is het gebruik door
jeugdige personen bij een beroepsopleiding ter verkrijging van
vaardigheid en indien dit onder toezicht van een instructeur
plaats vindt.
Scholing
Om de machine te kunnen gebruiken is enig passend
onderricht, door een vakman, resp. de bedieningsaanwijzing,
voldoende. Een speciale scholing is niet noodzakelijk.
Transport en opslag
Indien de zaag langer dan 30 dagen niet gebruikt wordt,
moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden:
1.
De olietank leeg maken.
2.
De kettingbalk en zaagketting verwijderen en
schoonmaken. De kettingbalk en de zaagketting door
inweken in een petroleumoplosmiddel of in mild
zeepwater schoonmaken.
3.
De kettingbalk en de zaagketting drogen.
4.
De zaagketting in olie onderdompelen. Daardoor wordt
roestvorming vermeden.
5.
Een dunne laag olie op de kettingbalk aanbrengen.
6.
Het buitenste zaaglichaam met een zachte doek
bevochtigen en met mild zeepwater afnemen.
7.
De kettingzaag bewaren op een hooggelegen of
afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen.
8.
De kettingzaag op een droge plaats, in een draagtas of
met een afdekking over de kettingbalk, bewaren.
Montage (afb. 2 + 3)
Montage van de greep:
Greep monteren zoals op afb. 3 is getoond.
Montage van het opzetstuk:
Het apparaat wordt om logistieke redenen zonder
gemonteerde zaag-/snijkop afgeleverd. Voor het gebruik kies
het gewenste opzetstuk en monteer dit zoals op afb. 2 is
getoond.
Om het opzetstuk te wisselen moet het gemonteerde
opzetstuk in omgekeerde volgorde verwijderd worden.
Hoekinstelling van de zaag-/snijkop (afb. 1)
Let op! Instellingen enkel bij uitgeschakeld apparaat
verrichten!
Beide opzetstukken kunnen telkens in 3 verschillende
zaag/snijhoeken vergrendeld worden om het individuele
werken mogelijk te maken. Druk hiervoor op de
positioneerschroef (afb. 1/11) en stel de zaagkop in de
gewenste werkpositie. Fixeer nu met de positioneerschroef de
zaagkop in de gewenste positie (afb. 1/11).
Afstellen van de handgreep (afb. 1)
De hoofdhandgreep kan 90° in de richting van de klokwijzers
verdraaid worden.
Maak de vastzetknop (afb. 1/4) los en draai de handgreep in
de gewenste positie.
Voor het machinegebruik controleren dat de vastzetknop (afb.
1/4) in de oorspronkelijke positie terugkeert en de achterste
handgreep weer vast zit.
Telescopische instelling (afb. 1)
Maak de klemhendel (afb. 1/10) los en draai de bovenste
stang (afb. 1/9) in een gewenste positie.
Bevestig nu de stang door de klemhendel opnieuw te
gebruiken (afb. 1/10).
Veiligheidsinstructies voor de bediening (afb. 8)
•
Gebruik het apparaat pas nadat u de gebruiksaanwijzing
aandachtig hebt gelezen.
•
Let op alle, in de gebruiksaanwijzing aangegeven,
veiligheidsinstructies.
•
Gedraagt u zich verantwoord tegenover andere
personen.
•
Bij werkzaamheden gewoon lopen, niet rennen.
•
Gebruik altijd de juiste kleding.
•
Gebruik het apparaat nooit in een hoek groter dan 60°.
Het apparaat functioneert zoals altijd ook boven de 60°,
maar er bestaat een verhoogd gevaar door plotseling
vallende takken (afb. 8)
•
Let ook op een goede stabiliteit.
Bediening (afb. 1+6+10)
1.
De zaag met het verlengsnoer verbinden. Het
verlengsnoer aan de spanning aansluiten.
2.
Beide handen bij het gebruik van de zaag gebruiken.
Slechts de voorziene grijpzone bij het gebruik van het
apparaat (afb. 10) gebruiken. Goed vasthouden. De
duimen en vingers moeten om de greep en de steel van
het apparaat liggen.
3.
Controleren of de voeten goed geplaatst zijn. Het
gewicht gelijkmatig over de voeten verdelen.
4.
Om het apparaat in te schakelen moet eerst de
ontgrendelknop (afb. 1/2) ingedrukt worden en daarna
de aan/uit-schakelaar (afb. 6). Daardoor wordt het
apparaat ingeschakeld. Het loslaten van de aan/uit-
schakelaar schakelt de machine uit. Controleren of de
kettingzaag met volle snelheid loopt voordat met de
eerste zaagwerkzaamheden wordt begonnen.
LET OP: Steeds de aanslagvlaktes op de zaagkop
gebruiken om de zaag te steunen!
Bij het begin van een snede de bewegende zaagketting tegen
het hout drukken. De kettingzaag vast in de handen houden
om daardoor een mogelijk opspringen of glijden (zijdelingse
bewegingen) van de zaag te verhinderen.
5.
Het apparaat onder gebruik van het
kettingzaagopzetstuk met lichte druk voeren. De
kettingzaag niet forceren. In ander geval kan de motor
overbelast raken en verbranden. De zaag werkt beter en
veiliger bij de voorziene snelheid.
38
Publicité
