3. INSTALLATIE
3.1
3.2
3.3
Neem bij het construeren van de aanzuigleiding alle maatregelen die nodig zijn om drukverliezen tot een minimum te beperken en de
vorming van luchtzakken te voorkomen:
a) Plaats de groep zo dicht mogelijk bij de voedingsbron.
b) De diameter van de aanzuigleiding mag nooit kleiner zijn dan die van de collector.
c) Plaats de aanzuigleiding horizontaal of met een lichte helling naar de groep toe (afb. 3).
d) Gebruik geen ellebogen of verbindingsstukken die bruuske veranderingen van richting veroorzaken. Zo nodig bochten met een
wijde straal gebruiken.
e)
3.4
Verzeker u ervan dat de karakteristieken van de waterbron geschikt zijn voor de geïnstalleerde groep:
a) AANZUIGING UIT PUT ( POMP BOVEN DE WATERSPIEGEL ): het is raadzaam gebruik te maken van een beveiliging tegen
droog bedrijf, om te voorkomen dat de groep onder afwijkende condities functioneert.
b) AANZUIGING UIT RESERVOIR (POMP ONDER OF BOVEN DE WATERSPIEGEL): het is raadzaam de pomp te beschermen
tegen droog bedrijf, bijvoorbeeld met behulp van vlotterschakelaars.
c) RECHTSTREEKS AANSLUITING OP WATERLEIDING: in het geval de druk onder bepaalde, te lage waarden, kan zakken, is het
raadzaam in de aanzuiging een minimumdrukschakelaar te installeren ter beveiliging van de groep.
4. ELEKTRISCHE AANSLUITING
LET OP: NEEM DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT
4.1
4.2
4.3
Zie voor het schakelschema van het bedieningspaneel en de bijbehorende informatie de bijgevoegde documentatie.
De groep moet worden geïnstalleerd op een goed geventileerde plek, beschermd tegen de
weersomstandigheden en met een omgevingstemperatuur niet hoger dan 40°C (afb. 1).
Stel de groep zodanig op dat eventuele onderhoudswerkzaamheden zonder moeite kunnen worden uitgevoerd.
Verzeker u ervan dat de leidingen van de installatie op autonome wijze ondersteund zijn en niet met hun gewicht
op de collectors van de groep rusten, om vervormingen of breuk van componenten te voorkomen (afb. 2).
Het is bovendien raadzaam bij de aansluiting van de collectors op de installatie trildempende koppelingen aan te
brengen.
Vermijd het "sifon" effect in de aanzuiging: gevaar voor leeglopen van de pompen!
Functionering zonder vloeistof leidt tot beschadiging van de elektropompen.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd en gekwalificeerd
personeel (zie punt 2.1.) en overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in het land
waar het product wordt geïnstalleerd.
Controleer de voedingsspanning en -frequentie (afb. 4).
Waarden die afwijken van de gegevens van het kenplaatje van de motor, kunnen de motor onherstelbaar
beschadigen
Sluit de geleiders van de voedingskabel aan op het klemmenbord van het bedieningspaneel, en geef de
prioriteit aan de aardgeleider.
NEDERLANDS
45