INHOUDSOPGAVE
1.
ALGEMEEN ........................................................................................................................................................................................44
2.
RICHTLIJNEN ....................................................................................................................................................................................44
2.1
Gekwalificeerd technisch personeel .....................................................................................................................................44
2.2.
Veiligheid ..................................................................................................................................................................................44
2.3.
Verantwoordelijkheid ..............................................................................................................................................................44
3.
INSTALLATIE .....................................................................................................................................................................................45
4.
ELEKTRISCHE AANSLUITING ........................................................................................................................................................45
5.
START.................................................................................................................................................................................................46
5.6
6.
7.
AFSTELLINGEN VAN DE GROEP ...................................................................................................................................................48
7.1
AFSTELLING DRUKSCHAKELAARS ....................................................................................................................................48
8.
ONDERHOUD.....................................................................................................................................................................................48
8.2
1. ALGEMEEN
Lees deze documentatie aandachtig door alvorens over te gaan tot de installatie. De installatie en de functionering dienen te
voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het land waar het product geïnstalleerd wordt. Alle werkzaamheden dienen volgens de
juiste technische regels te worden uitgevoerd en uitsluitend door gekwalificeerd technisch personeel te worden verricht (paragraaf
2.1.), dat beschikt over de door de huidige voorschriften gevraagde vereisten. Het veronachtzamen van de veiligheidsvoorschriften
kan persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur tot gevolg hebben en doet bovendien de garantie vervallen.
Dit handboek zorgvuldig bewaren, om het ook na de installatie nog te kunnen raadplegen.
2. RICHTLIJNEN
2.1
Gekwalificeerd technisch personeel
Het is noodzakelijk de installatie uit te laten voeren door competent en gekwalificeerd personeel, dat beschikt over
de technische kennis die vereist wordt door de specifieke, geldende voorschriften op dit gebied.
Onder gekwalificeerd personeel verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en opleiding en op grond
van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor het voorkomen van ongevallen en van de
bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor de veiligheid van de installatie zijn geautoriseerd om alle
noodzakelijke werkzaamheden te verrichten en die bij het uitvoeren van deze werkzaamheden elk gevaar weten te
herkennen en vermijden (definitie technisch personeel IEC 60634).
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, sensoriële of
mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het apparaat onder
toezicht staan van of geïnstrueerd worden door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in het
oog gehouden worden om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen.
2.2.
Veiligheid
De pomp mag alleen gebruikt worden indien het elektrische systeem beschikt over de veiligheidsinrichtingen die worden voorgeschreven door
de geldende richtlijnen in het land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië is dit CEI 64/2).
2.3.
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede functionering van de groep of voor eventuele schade die door de
groep wordt veroorzaakt, indien deze onklaar gemaakt of gewijzigd is en/of indien men de groep buiten het
aanbevolen werkbereik laat functioneren of zonder de hulp van onze bedienings- en beveiligingspanelen.
De fabrikant aanvaardt daarnaast geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke onnauwkeurigheden in dit
instructiehandboek indien deze te wijten zijn aan druk- of transcriptiefouten. De fabrikant behoudt zich het recht
voor die wijzigingen aan de producten aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht, zonder hiermee de
fundamentele eigenschappen van de producten te veranderen.
NEDERLANDS
44