Bedieningen En Accessoires - Roger Technology CTRL Instructions

7

Bedieningen en accessoires

De veiligheden met contact N.C. moeten, indien niet geïnstalleerd, overbrugd worden op de
klemmen COM, of moeten gedeactiveerd worden door de parameters
Bij installaties van twee tegengestelde slagbooms moeten de aansluitingen van de bedieningen en
de accessoires uitgevoerd worden op de MASTER regeleenheid. Op de SLAVE regeleenheid moeten
de contactlijst en de eventuele bediening van STOP aangesloten worden.
LEGENDA:
N.A. (Normally Opened).
N.C. (Normally Closed).
CONTACT
11(+SC) 10(COM)
11(+SC) 13(COM)
11(+SC) 13(COM)
12(+LUCI) 13(COM)
14(+24V) 13(COM)
15(+ES) 17(COM)
16(+LAM) 17(COM)
18(COM)-19(LNA)-20(LNB)
18 19 20
230
BESCHRIJVING
Controlelamp slagboom geopend/gesloten 24 Vdc 3 W.
De werking van de controlelamp wordt geregeld door de parameter
Aansluiting test fotocellen en/of battery saving (fig. 5-6).
Het is mogelijk om de voeding van de zenders (TX) van de fotocellen aan te sluiten op de klem 11(SC).
Stel de parameter in om de functie van test te activeren.
De regeleenheid schakelt de fotocellen uit en in bij elke ontvangen bediening, om de correcte wissel van
de status van het contact te controleren.
Het is bovendien mogelijk om de voeding van alle externe inrichtingen aan te sluiten (behalve de externe
ontvanger) om het verbruik van de batterijen te beperken (indien aanwezig). Stel
functies zijn niet beschikbaar in de SLAVE slagboom in geval van installaties met twee tegengestelde
slagbooms.
OPGELET! Als het contact 11(SC) wordt gebruikt voor de test van de fotocellen of de werking battery saving,
is het niet meer mogelijk om een controlelamp 'slagboom geopend' aan te sluiten.
Aansluiting van de controlelamp voor de signalering van storing van de sensor van het systeem voor de
loskoppelbare stang ACS/BA/60 of signalering van storing in de voeding van de batterij (batterij leeg). (Afb. 9)
Het spanningsniveau van de batterij is instelbaar op parameter
Wanneer een RELAY wordt aangesloten op de uitgang SC is het mogelijk om een zuiver signaleringscon-
tact met een extern controlesysteem te hebben (afb. 9).
OPMERKING: in installaties MASTER - SLAVE moet het externe controlesysteem aangesloten worden op
de uitgang SC van de regeleenheid MASTER.
Ingang voor aansluiting signaallichten op stang serie ALED (optie). 24 Vdc 12W max (fig. 3).
Voeding voor externe inrichtingen max 10 W. Zie de technische kenmerken.
Uitgang voor voeding elektroslot. Zie de technische kenmerken.
Aansluiting knipperlicht (24 Vdc - 5 W max).
Het is mogelijk om de instellingen van het voorknipperen te selecteren via de parameter
van intermittentie via de parameter
Aansluiting kabel (3x0,5 mm2 - max. lengte 30 m) voor seriële verbinding RS485 voor de installatie van twee
tegengestelde slagbooms MASTER en SLAVE (vanaf firmwareversie
Aansluitingen.
• Sluit de klemmen COM-LNA-LNB van de MASTER slagboom aan op de relatieve klemmen van de
SLAVE slagboom.
• De MASTER slagboom is de slagboom die (helemaal) wordt geopend bij de bediening van de gede-
eltelijke opening (PED).
• Stel de parameter in voor de MASTER slagboom en
• Nadat de instellingen van de parameter
nieuw ingeschakeld worden.
• Alle bedieningen, de fotocellen en de bediening van algemene STOP moeten aangesloten worden op
de MASTER barrière. De contactlijsten en de inrichtingen BreakAway ACS/BA/60 moeten aangesloten
worden op de respectievelijke barrières.
• Het is mogelijk om een eventuele extra bediening van STOP aan te sluiten op de SLAVE slagboom.
Indien niet gebruikt, moeten de klemmen 21(ST)-22(COM) overbrugd worden op de SLAVE rege-
leenheid.
• Alle parameters behalve ,
• De lering van de slag moet uitgevoerd worden op beide slagbooms, nadat de parameters volgens het
type van installatie en naar wens zijn ingesteld.
• De alarmsignaleringen zijn zichtbaar op de displays van de respectievelijke regeleenheden.
.
.
zijn gewijzigd, moet de spanning uitgeschakeld en op-
en moeten ingesteld worden op de MASTER regeleenheid.
, , .
.
of in. Deze
, en de modus
of volgende).
voor de SLAVE slagboom.