Bij gebruik in de levensmiddelindustrie:
– Levensmiddelolie, olie volgens NSF-H1 resp. FDA 178.3570 viscositeitsklasse 32
– Smeervet: NSF-H1 resp. FDA 178.3570, NLGI klasse 2 - DIN 51818
2.2
Olievrije motoren
– Bij volledig droge perslucht, zonder bijvoeging van olie, kan naargelang de looptijd van de motor het
nullasttoerental dalen. Voor zover de perslucht een kleine hoeveelheid olie bevat, wordt de functionali-
teit echter niet beïnvloed.
2.3
Draairichting van de motoren
– Naargelang het motortype zijn verschillende draairichtingen mogelijk, afhankelijk van de aansluiting.
2.3.1
Omkeerbare perslucht-motoren: types MU (2, afb. 1)
– De omkeerbare motor bezit twee luchtaansluitingen voor (L)inkse resp. (R)echtse loop. Bij de aansluiting
moet er op gelet worden, dat de niet met druk belaste kant wordt ontlucht. Wanneer de motor voor
slechts een draairichting wordt gebruikt, dan moet er op gelet worden, dat de tweede luchtaansluiting
niet wordt afgesloten. Dit heeft een functieverlies van de motor tot gevolg. Voor een geluiddemping is in
dit geval het gebruik van een geluiddemper aanbevolen, die bij de producent verkrijgbaar is.
2.3.2
Omkeerbare perslucht-motoren: types MUD (2, afb. 2)
– Bij de MUD-types kan bovendien een toerentalsmoorklep resp. een geluiddemper op de motor worden
aangesloten. Instructie: bij de motor types MUD gebeurt een indeling van de uitlaatlucht voor ca. 2/3 langs
de uitlaataansluiting en 1/3 langs de niet met druk belaste kant. Omschakelbare persluchtmotoren
kunnen zowel links- als rechtsom draaiend worden gebruikt. Voor een correcte werking moet erop
worden gelet dat de niet onder druk staande zijde wordt ontlucht.
2.3.3
Rechtslopende | linkslopende perslucht-motoren: types MR, ML (2, afb. 3)
2.3.4
Rechtslopende | linkslopende perslucht-motoren: types MRD, MLD (2, afb. 4)
– Wanneer de motor met een toerentalsmoorklep of een geluiddemper wordt bedreven, gebeurt de
montage via de uitlaatluchtaansluiting van de motor. De niet noodzakelijke inlaatlucht is door de produ-
cent gesloten. Instructie: een aansluitingswisseling van linkse loop naar rechtse loop resp. rechtse loop
naar linkse loop is niet mogelijk!
2.3.5
Motoren met krachtgesloten rem | wrijvingsrem: types MUB
Aansturing van de vormgesloten rem, bouwreeks MUB / MUBZ (2, afb. 5)
– De aansturing van de geïntegreerde krachtgesloten rem gebeurt direct via de arbeidslucht van de motor
bij geldende bedrijfsdruk.
Aansturing van de wrijvingsrem, bouwreeks MUB 300 – 600 (3, afb. 6)
– De geïntegreerde wrijvingsrem wordt aangestuurd via een separate stuurleiding. Hierbij moet de met
veerkracht belaste enkelvoudige schijfrem met minimum 4,8 bar druk via de stuurleiding worden belast
om de rem te openen, d. w. z. in drukloze toestand is de rem geactiveerd.
3
Tegen afslaan bestendige motoren | niet tegen afslaan bestendige motoren
3.1
Tegen afslaan bestendige motoren
Tegen afslaan bestendige motoren kunnen tot bij de stilstand worden bedreven, d. w. z. een stoppen van
de motor uit lopende toestand bij aanwezige druk veroorzaakt geen schade aan motor en drijfwerk.
3.2
Niet tegen afslaan bestendige motoren – speciaal lage toerentallen
Deze motoren kunnen niet tot bij de stilstand bedreven worden, d.w.z. slechts tot het max. opgegeven
draaimoment. Om te vrijwaren, dat het toegelaten draaimoment niet wordt overschreden, bevelen wij de
aanbouw van een overbelastingskoppeling / draaimomentbegrenzer aan. De max. toegelaten draai-
momenten kunt u vinden in de technische gegevens.
Nederlands
71