Nederlands
15 Draagbeugel
De draagbeugel dient voor het vasthouden, hanteren en
dragen van de kettingzaag.
16 Olietankdop
De olietankdop sluit de olietank af.
17 Blokkeerknop
De blokkeerknop deblokkeert de schakelhendel.
18 Schakelhendel
De schakelhendel schakelt de kettingzaag in en uit.
19 Accu
De accu voorziet de kettingzaag van energie.
20 Leds
De leds geven de laadtoestand van de accu en storingen
aan.
21 Druktoets
De druktoets activeert de leds op de accu.
22 Acculader
De acculader laadt de accu.
23 Led
De led geeft de status van de acculader weer.
24 Aansluitkabel
De aansluitkabel verbindt de acculader met de
netstekker.
25 Netstekker
De netstekker verbindt de aansluitkabel met een
contactdoos
26 Kettingbeschermer
De kettingbeschermer biedt bescherming tegen het
contact maken met de zaagketting.
# Typeplaatje met machinenummer
3.2
Pictogrammen
De pictogrammen kunnen op de kettingzaag, de accu en de
acculader staan en hebben de volgende betekenis:
198
Dit pictogram geeft de draairichting van de
zaagketting aan.
In deze richting draaien om de zaagketting te
spannen.
Dit pictogram duidt de olietank voor zaagkettingolie
aan.
In deze richting wordt de kettingrem ingeschakeld.
In deze richting wordt de kettingrem gelost.
1 led brandt rood. De accu is te warm of te koud.
4 leds knipperen rood. In de accu zit een storing.
De led brandt groen en de leds op de accu
branden of knipperen groen. De accu wordt
geladen.
De led knippert rood. Tussen de accu en de
acculader is geen elektrisch contact of in de
accu of in de acculader is een storing.
Lengte van een zaagblad dat mag worden
gebruikt.
Gegarandeerd geluidvermogensniveau volgens
L
de richtlijn 2000/14/EG in dB(A) om de
WA
geluidsemissie van producten vergelijkbaar te
maken.
3 Overzicht
0458-716-9621-C