Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ALGEMENE INSTRUCTIES
Voor gebruik moeten deze instructies gelezen en begrepen worden.
Voer geen wijzigingen of onderhoud aan het apparaat uit die niet in de handleiding ver-
meld staan.
Leder lichamelijk letsel of schade, veroorzaakt door het niet naleven van de instructies in deze handleiding kan
niet verhaald worden op de fabrikant van het apparaat.
Raadpleeg, in geval van problemen of onzekerheid over het gebruik, een gekwalificeerd persoon om het appa-
raat correct te gebruiken.
OMGEVING
Deze apparaten mogen alleen gebruikt worden om te lassen, en uitsluitend volgens de in de handleiding en de
op het typeplaatje vermelde instructies. De veiligheidsvoorschriften moeten gerespecteerd worden. In geval van
onjuist of gevaarlijk gebruik kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
De installatie mag alleen worden gebruikt en bewaard in een stof- en zuurvrije ruimte, en in afwezigheid van
ontvlambaar gas of andere corrosieve substanties. Zorg voor voldoende luchtstroom tijdens gebruik.
Gebruikstemperatuur :
Gebruik tussen -10 et +40°C (+14 et +104°F).
Opslag tussen -25 et +55°C (-13 et +131°F).
Luchtvochtigheid :
Lager of gelijk aan 50% bij 40°C (104°F).
Lager of gelijk aan 90% bij 20°C (68°F).
Tot 2000 m boven de zeespiegel (6500 voet).
Niet geschikt voor het ontdooien van leidingen.
PERSOONLIJKE BESCHERMING EN BESCHERMING VAN ANDEREN
Lassen individuen blootgesteld aan een gevaarlijke bron van warmte, licht boog straling, elektromagnetische
velden (let op de pacemaker carrier), een elektrische schok, lawaai en uitstoot van gassen.
Draag, om uzelf te beschermen tegen brandwonden en straling, droge, goed isolerende kle-
ding zonder omslagen, brandwerend en in goede staat, die het gehele lichaam bedekt.
Draag handschoenen die elektrische en thermische isolatie garanderen.
Soms is het nodig om het las gebied met brandwerende gordijnen af schermen tegen stralin-
gen, projectie en wegspattende gloeiende deeltjes.
Informeer de personen in het lasgebied om niet naar de boog of naar gesmolten stukken te
staren, en om aangepaste kleding die voldoende bescherming biedt te dragen.
Het is noodzakelijk om een lashelm type «bivakmuts» te dragen, NR10 of meer, en om de
ogen te beschermen tijdens schoonmaakwerkzaamheden.
Contactlenzen zijn specifiek verboden.
EASYMIG 160
NL
53