Swegon GOLD RX Mode D'emploi page 35

14. NL - Verklaring plinten
Digitale ingangen, klemmen 4-17, hebben een extra laag spanningstype.
Analoge ingangen, klemmen 18-19, hebben een ingangsimpedantie van 66 kΩ.
Draadklem Functie
1,2,3 Aansluitingen voor EIA -485
4,5 Externe stop
6,7 Externe brand-/rookmeldfunctie 1
8,9 Externe brand-/rookmeldfunctie 2
10,11 Extern alarm 1
12,13 Extern alarm 2
14,15 Externe lage snelheid
16,17 Externe hoge snelheid
18,19 Vraaggestuurde regeling
20,21 Circulatiepomp, warmtecircuit
22,23 Circulatiepomp, koelcircuit of
koelen aan/uit, 1-staps bedrijf
24,25 Koelen aan/uit, 2-staps bedrijf
26,27 Bedrijfsindicatie
28,29,30 Klepregeling
31,32 Stuurspanning
33,34 Referentiespanning
35,36,37,38 Regeling, recirculatieklep
De max. toegestane gemeenschappelijke belasting op de klemmen 31-32, de uitgangen voor Verwarmen/
Koelen en de klepuitgang (de klemmen 28-30) is 50 VA.
SD
Opmerkingen
1= Communicatieaansluiting A/RT+, 2= Communicatieaansluiting B/RT-, 3= GND/COM.
Zet de luchtbehandelingsunit stop door het circuit te openen. Bij aflevering is deze functie voorzien
van een jumper. Als de verbinding wordt onderbroken, stopt de luchtbehandelingsunit.
Externe brand- en rookmeldfunctie. Bij aflevering is deze functie voorzien van een jumper. Als de
verbinding wordt onderbroken, treedt de functie in werking en gaat er een alarm af.
Externe brand- en rookmeldfunctie. Bij aflevering is deze functie voorzien van een jumper. Als de
verbinding wordt onderbroken, treedt de functie in werking en gaat er een alarm af.
Externe contactfunctie. Optioneel: Normaal open/normaal gesloten.
Externe contactfunctie. Optioneel: Normaal open/normaal gesloten.
Externe contactfunctie. Activeert de tijdsschakeling van stop naar lage snelheid.
Externe contactfunctie. Activeert de tijdsschakeling van stop of lage snelheid naar hoge snelheid.
Ingang voor 0-10 VDC. Als de unit in de vraaggestuurde regelstand werkt, is het ingangssignaal van
invloed op het instelpunt van de toevoer-/retourluchtstroom. Voor het aansluiten van een sensor,
bijvoorbeeld CO , CO en VOC
2
Onafhankelijk contact, max. 5 A/AC1, 2 A/AC3, 250 V AC. Sluit bij een warmtebehoefte.
Onafhankelijk contact, max. 5 A/AC1, 2 A/AC3, 250 V AC. Sluit bij een koelbehoefte.
Onafhankelijk contact, max. 5 A/AC1, 2 A/AC3, 250 V AC. Sluit bij een koelbehoefte.
Onafhankelijk contact, max. 5 A/AC1, 2 A/AC3, 250 V AC. Sluit als de unit in bedrijf is.
24 VAC. 28= Geregeld 24 VAC (G), 29= 24 VAC (G), 30= 24 VAC (G0).
24 VAC stuurspanning. Voor de klemmen 31-32 geldt een maximale belasting van in totaal 16 VA.
Geopend door de veiligheidsschakelaar.
Uitgang voor constante 10 VDC. Max. belasting: 8 mA.
De recirculatieklep kan worden belast met max. 2 mA bij 10 VDC. 35= 24 V AC (G), 36= 24 V AC (G0),
37= 0-10 V DC regelsignaal, 38= 0-10 VDC feedbacksignaal.
De max. toegestane belasting op de bijbe-
horende aansluiting is 16 VA.
A B
35