4.1. Einfädeln Kettenstich und OL (Stich No. 16-20)
4.1. EnÞ lage du point de chaînette et de surjet (points no. 16-20)
4.1. InÞ latura punto catenella e overlock (punti n. 16-20)
4.1. Kettingsteek en overlocksteek inrijgen (steek nr. 16-20)
Übersicht über Ketten- und OL Stiche
Ein Kettenstich kann in Kombination mit verschiedenen OL Stichen verwendet werden. So entstehen die sogenannten Sicherheitsstiche.
Der OL Teil wird eingefädelt wie im vorhergehenden Kaptiel beschrieben. Deshalb beschreibt dieses Kapitel nur das Einfädeln des zusätzli-
chen Kettenstichgreifers und der Cover Nadel.
Aperçu sur les points de chaînette et de surjet
Un point de chaînette peut être utilisé en combinaison avec divers points de surjet. On obtient ainsi des points de "sécurité". La partie du
point de surjet est enÞ lée en suivant les directives du chapitre précédent. C'est pourquoi ce chapitre ne décrit que l'enÞ lage du boucleur du
point de chaînette et de l'aiguille du point enveloppant.
Tabella punti catenella e overlock
l punto catenella può essere combinato con diversi punto overlock, creando dei punti di sicurezza. La parte overlock del punto viene inÞ lata
come descritto nel capitolo precedente, perciò questo capitolo descrive solamente l'inÞ latura del crochet catenella e dell'ago per punto di
copertura.
Overzicht ketting- en overlocksteken
Een kettingsteek kan in combinatie met verschillende overlocksteken worden gebruikt. Zo ontstaan de zogenaamde veiligheidssteken. Het
overlockgedeelte wordt net als in het vorige hoofdstuk beschreven, ingeregen. Daarom beschrijft dit hoofdstuk alleen het inrijgen van de ket-
tingsteekgrijper en de covernaald.
16. Kettenstich einfädeln
1. Kettenstich Greifer einfädeln (violett), Seite 61
2. Kettenstich Nadel einfädeln (Gelbe Markierung),
Seite 62
3. Obergreifer ausschalten; siehe Seite 67
(Kapitel 5.2.)
16. EnÞ lage, point de chaînette
1. EnÞ ler le boucleur pour le point de chaînette
(violet), voir page 61
2. EnÞ ler l'aiguille pour le point de chaînette,
repères jaunes, voir page 62
3. Abaisser le crochet supérieur; voir page 67
(chapitre 5.2)
17. 3 Faden Overlock (Linke Nadel) und
Kettenstich
1. Obergreifer Faden, blaue Markierung: Seite 46
2. Untergreifer Faden, rote Markierung: Seite 47
3. Linke Nadel, grüne Markierung und Spannung
verwenden: Seite 49
4. Kettenstich Greifer violette Markierung: Seite 61
5. Kettenstich Nadel gelbe Markierung: Seite 62
17. Surjet à 3 Þ ls (aiguille gauche) +
point de chaînette
1. EnÞ ler le Þ l supérieur, repère bleu, voir page 46
2. EnÞ ler le Þ l inférieur, repère rouge, voir page 47
3. Aiguille de droite, repère vert et tension verte,
voir page 49
4. EnÞ ler le boucleur de chaînette (violet), voir
page 61
5. Aiguille de chaînette, repères jaunes, voir page 62
16. InÞ lare punto catenella
1. InÞ lare il crochet del punto catenella: pagina 61
2. InÞ lare l'ago per punto catenella (marcatura
viola) (usare tensione gialla): pagina 62
3. Bloccare il coltello superiore; vedi a pagina 67
(capitolo 5.2.)
16. Kettingsteek inrijgen
1. Kettingsteekgrijper inrijgen (paars): blz. 61
2. Kettingsteeknaald inrijgen (paars) (gele
draadspanning gebruiken): blz. 62
3. Bovengrijper uitschakelen; zie blz. 67
(hoofdstuk 5.2.)
17. Overlock a 3 Þ li (ago sinistro) e
punto catenella
1. Filo del crochet superiore, marcatura blu:
pagina 46
2. Filo del crochet inferiore, marcatura rossa:
pagina 47
3. Ago sinistro, marcatura verde, tensione verde:
pagina 49
4. Crochet per punto catenella, marcatura viola:
pagina 61
5. Ago per punto catenella, marcatura lilla (usare
tensione gialla): pagina 62
17. 3-draads overlock (linkernaald) en
kettingsteek
1. Bovengrijperdraad (blauw): blz. 46
2. Ondergrijperdraad (rood): blz. 47
3. Linkernaald, groene markering en
draadspanning gebruiken: blz. 49
4. Kettingsteekgrijper (paars): blz. 61
5. Kettingsteeknaald, paarse markering (gele
draadspanning gebruiken): blz. 62
4
59