6.2.2 Motorbeveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur
Motoren met wikkelingsveiligheidscontact mel-
den aan het schakeltoestel een overtemperatuur
van de wikkeling door openen van een bimetaal-
contact. Het wikkelingsveiligheidscontact wordt
aangesloten volgens het schakelschema.
Storingen van motoren die voor de beveiliging
tegen overtemperatuur zijn uitgerust met een
temperatuurafhankelijke weerstand (PTC), kun-
nen door middel van optionele relais worden gere-
gistreerd.
Beveiliging tegen overstroom
Motoren aan schakeltoestellen tot en met 4,0 kW
worden beveiligd via motorbeveiligingsschake-
laars met thermische en elektromagnetische uit-
schakelaar. De uitschakelstroom moet direct
worden ingesteld.
Motoren aan schakeltoestellen vanaf 5,5 kW wor-
den beveiligd via thermische overbelastingsrelais.
Deze zijn direct op de motorbeveiligingen geïn-
stalleerd. De uitschakelstroom moet worden inge-
steld en bedraagt bij de gebruikte Y-∆-start van
de pompen 0,58 * I
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control CC-Booster
.
nominaal
Alle motorbeveiligingsinrichtingen beschermen
de motor bij bedrijf met de frequentieomvormer
of bij netbedrijf. Aan het schakeltoestel opgelo-
pen pompstoringen leiden tot uitschakelen van de
desbetreffende pomp en tot activeren van de
SSM. Na wegnemen van de storingsoorzaak moet
de fout worden gereset.
De motorbeveiliging is ook actief in noodbedrijf en
leidt tot uitschakeling van de desbetreffende
pomp.
In de uitvoering CCe beschermen de motoren van
de pompen zichzelf via in de frequentieomvor-
mers geïntegreerde mechanismen. De foutmel-
dingen van de frequentieomvormers worden in
het schakeltoestel behandeld zoals hierboven is
beschreven.
6.2.3 Bediening van het schakeltoestel
Bedieningselementen
• Hoofdschakelaar Aan/Uit (afsluitbaar in stand
"Uit")
• Het Touchdisplay (met grafische weergave) geeft
de bedrijfstoestanden van de pompen, de regelaar
en de frequentieomvormer aan. Bovendien kun-
nen alle parameters van het schakelapparaat op
het display worden ingesteld. De achtergrondver-
lichting is afhankelijk van de bedrijfstoestand:
GROEN – schakeltoestel OK; ROOD – storing;
ORANJE – storing is nog actief, maar reeds beves-
tigd.
De bedieningselementen worden contextgerela-
teerd op het touchdisplay weergegeven en kun-
nen direct worden geselecteerd. Invoervelden
voor parameters zijn voorzien van een dik kader.
Softkeys hebben een 3D-look.
Nederlands
113