Wilo W-CTRL-CC Série Notice De Montage Et De Mise En Service page 117

De cyclische pompwisseling voert na afloop van
de ingestelde tijd een wisseling van de basislast-
pomp uit. De bedrijfsuren worden hierbij niet in
acht genomen.
Door selectie van de wisselmechanisme Impuls
wordt bij iedere opvraag (na een stop van alle
pompen) de basislastpomp gewisseld. Ook hier
worden de bedrijfsuren niet in acht genomen.
Via het punt Pompenselectie kan een pomp per-
manent als basislastpomp worden gedefinieerd.
Onafhankelijk van het wisselmechanisme van de
basislastpomp worden de pieklastpompen gewis-
seld met looptijdoptimalisatie. D.w.z. bij een
opvraag van de pomp wordt altijd de pomp met de
minste looptijd als eerste ingeschakeld en bij ver-
laagde afname als laatste uitgeschakeld.
Reservepomp
In menu 4.3.4.1 kan een pomp als reservepomp
worden gedefinieerd. De activering van deze
bedrijfsmodus leidt ertoe dat een pomp niet in
normaal bedrijf wordt aangestuurd. De pomp
wordt alleen ingeschakeld, wanneer een andere
pomp door een storing uitvalt. De reservepomp
valt echter onder de stilstandbewaking en wordt
meegenomen in de testloop. Door de looptijdop-
timalisatie wordt gewaarborgd dat iedere pomp
een keer reservepomp wordt.
Testloop van de pompen
Ter voorkoming van langere stilstandtijden vindt
er een cyclische testloop van de pompen plaats.
In menu 4.3.4.3 kan hiervoor de tijd tussen 2 test-
lopen en de duur van de testloop worden vast-
gelegd.
Door het instellen van het interval voor de test-
loop op 0 uur wordt de testloop van de pompen
gedeactiveerd.
Een testloop vindt alleen plaats bij stilstand van de
installatie (na nullastafschakeling).
Via een keuzeknop kan worden geselecteerd of de
testloop ook wordt uitgevoerd als het schakeltoe-
stel zich in de toestand "extern Uit" bevindt.
In de uitvoering CCe kan het toerental van de
pomp voor de testloop worden ingesteld.
Storingsomschakeling installatie met meerdere
pompen
Schakeltoestellen met frequentieomvormer –
uitvoering CC-FC:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit-
geschakeld en wordt een andere pomp aan de fre-
quentieomvormer geschakeld. Een storing van de
frequentieomvormer schakelt het schakeltoestel
in de bedrijfssituatie "Auto zonder frequentieom-
vormer" met het bijbehorende regelgedrag.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control CC-Booster
Schakeltoestellen zonder frequentie-
omvormer – uitvoering CC:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit-
geschakeld en wordt een van de pieklastpompen
als basislastpomp beheerd.
Schakeltoestellen in de uitvoering CCe:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit-
geschakeld en neemt een andere pomp de
regelfunctie over.
Een storing van een van de pieklastpompen leidt
altijd tot uitschakeling ervan en tot bijschakeling
van een andere pieklastpomp (evt. ook van de
reservepomp).
Watergebrek
Via de melding van een voordrukschakelaar,
breektank-vlotterschakelaar of optioneel niveau-
relais kan naar het regelsysteem via een verbreek-
contact een melding van watergebrek worden
gestuurd. Na verstrijken van de onder menu 3.1
instelbare vertragingstijd worden de pompen uit-
geschakeld. Wanneer de meldingang binnen de
vertragingstijd weer wordt gesloten, leidt dat niet
tot een uitschakeling.
De installatie wordt na een uitschakeling wegens
watergebrek 10 s nadat de meldingang wordt
gesloten vanzelf opnieuw gestart (bij aanzuigbe-
drijf zonder vertraging).
De storingsmelding wordt na opnieuw starten
vanzelf gereset, maar kan in het geschiedenisge-
heugen worden uitgelezen.
Bewaking van maximum- en minimumdruk
In het menu 4.3.2.2 kunnen de grenswaarden voor
een veilige werking van de installatie worden
ingesteld.
Overschrijding van de maximumdruk leidt tot
onmiddellijk uitschakelen van alle pompen. Wan-
neer de druk onder het inschakelniveau is gedaald,
wordt het normaal bedrijf na 1 minuut weer vrijge-
geven. Als er binnen 24 uur 3 uitschakelingen door
overdruk optreden, wordt de verzamelstorings-
melding geactiveerd.
Onderschrijding van de minimumdruk leidt
onmiddellijk tot activering van de verzamelsto-
ringsmelding. Uitschakeling van de pompen vindt
niet plaats (herkenning buisbreuk).
Voor de bewaking van maximum- en minimum-
druk kan in het bovenstaande menu een hysterese
voor de tijd tot het activeren van de foutverwer-
king worden ingevoerd. Hiermee moet o.a. de
mogelijkheid gegeven zijn de weergave van kort-
stondige drukpieken c.q. drukval te deactiveren.
Extern Uit
Via een verbreekcontact kan het regelsysteem
extern worden gedeactiveerd. Deze functie heeft
voorrang; alle pompen worden uitgeschakeld.
Nederlands
111