4. Installeren van uw kinderzitje (achterwaarts gericht)
op de voorstoel
BELANGRIJK
4a
gordel.
Het kinderzitje heeft een instelbare steun
verder het zitje achterover moet zijn gekanteld. Hoe groter het kind is, hoe meer
het zitje rechtop moet staan.
Hoe groter het kind is, hoe meer het zitje rechtop moet staan. Wijzig de positie
4b
(indien gewenst) door de steun uit te schuiven tot deze borgt in de gewenste
positie. Druk om de steun in te schuiven de twee instelknoppen in en trek de steun
omhoog
(afb.
Druk de voorstoel terug om het kinderzitje te kunnen plaatsen en waarborg daarbij
dat een passagier die daar direct achter zit nog steeds comfortabel kan zitten. Hoe
groter uw kind, hoe rechter op de zitpositie moet zijn.
Plaats het kinderzitje achterwaarts gericht en druk deze stevig in de autostoel
4c
(afb.
4c).
BELANGRIJK
dashboard of dicht bij de voorruit.
Schuif de achtersteun geheel uit door de twee ontgrendelingsknoppen in te
drukken. Waarborg dat de beugels van de achtersteun naar voren zijn gericht en
dat de banden niet zijn gedraaid. Verlaag de achtersteun en stel de hoogte zodanig
in dat deze ongeveer 30 mm boven de vloer ligt
afgedrukt op de achterpagina van dit handboek om de juiste afstand te krijgen van
de achtersteun tot de vloer.
4d
4e
3
– het kinderzitje
MAG
alleen worden gebruikt met een driepunts
(afb.
4a). Hoe kleiner het kind is, hoe
4b). Waarborg dat de steun goed vastzit.
–
NOOIT
de achterkant van het kinderzitje laten rusten op het
(afb.
4c). Gebruik de liniaal
Schuif de lusuiteinden van de spangordels
tussen de voorstoel en terug zoals getoond
in
(afb. 2d &
afb.
2e). Breng de
uiteinden met de haak van de spangordels
rond de buitenkant van de autostoel en voer
deze door de ogen
2
de spangordels op de bevestigingsringen
aan de achterkant van het kinderzitje
Zet de spanggordels provisorisch vast
door de losse uiteinden naar beneden te
2
4
trekken
.
4
4f
4g
4h
4j
. Klik de haken van
.
3
Schuif de lussen van de spangordels tussen de voorstoel en terug zoals getoond
in
(afb. 4d). Plaats de gesp-uiteinden van de spangordels rond de buitenzijde
van het autozitje en voer ze door de lussen
2
. Schuif de gesp-uiteinden onder
de stoel. Klik de haken van de spangordels op de lippen aan de zijkant van het
kinderzitje
3
. Zet de spangordels provisorisch vast door de losse einden naar
beneden te trekken
4
.
Trek voldoende heup- en schoudergordel vrij
(ca. 600 – 900
ontgrendelarm aan de zijde tegenover de autogordelsluiting. Trek de bekleding
van het kinderzitje terug om de stappengordel vrij te leggen. Voer de riem door de
ontgrendelgordelgeleider en zitkuipsleuf
(afb.
4g), tot aan de bovenkant van het
onderstel van de zitting, achter de stappengordel
sleuf aan de andere kant van het kinderzitje.
Open de andere ontgrendelarm, plaats de autogordel daaronder en bevestig de
gordel in de sluiting
(afb.
4h).
Trek al de overgebleven gordellengte
4i
door het kinderzitje en zorg ervoor, dat de
autogordel niet wordt verdraaid
Wanneer de autogordel zo strak mogelijk zit,
sluit dan de ontgrendelarmen aan
zijden van het zitje en waarborg dat deze
vastklikken.
Staat de sluiting nu in de positie gemar keerd
als fout met een
niet correct worden gespannen
probeer dan een andere plaats in de auto.
Trek tenslotte de spangordels vast door
de losse einden naar beneden te trekken
(afb. 4k)
tot de achtersteun de vloer raakt.
4k
De achtersteun moet op een vaste vloer
rusten dus niet op koffers of opslagdozen en
dergelijke.
Test het kinderzitje na de installatie door
deze alle richtingen op te bewegen. Indien
deze nog los schijnt te zitten, moet u de
installatie opnieuw uitvoeren.
NOOIT
de achterkant van het kinderzitje
laten rusten op het dashboard of dicht bij de
voorruit.
9-25 kg
mm). Open de
(inzet)
en naar beneden door de
(afb.
4i).
BEIDE
en de auto gordel kan
(afb.
4j),