3. Installeren van uw kinderzitje (achterwaarts gericht)
op de achterbank in het midden
BELANGRIJK
3a
of driepuntsautogordel.
Hoe groter het kind is, hoe meer het zitje rechtop moet staan. Wijzig de positie
(indien gewenst) door de steun uit te schuiven tot deze borgt in de gewenste
positie. Druk om de steun in te schuiven de twee instelknoppen in en trek de steun
omhoog
(afb.
Plaats het kinderzitje achterwaarts gericht met de achterkant van het kinderzitje in
3b
het midden tussen de chauffeur- en bijrijderstoel.
Trek de achtersteun geheel uit door de twee ontgrendelingsknoppen in te drukken.
Waarborg dat de beugels van de achtersteun naar voren zijn gericht en dat de
banden niet zijn gedraaid. Verlaag de achtersteun en stel de hoogte zodanig in
dat deze ongeveer 30 mm boven de vloer ligt
afgedrukt op de achterpagina van dit handboek om de juiste afstand te krijgen
van de achtersteun tot de vloer.
3c
3d
Schuif de lussen van de spangordels tussen de voorstoel en terug zoals getoond
3e
in
(afb. 2d &
buitenzijde van het autozitje en voer ze door de lussen
de spangordels op de bevestigingsringen aan de achterzijde van het kinderzitje
. Zet de spangordels provisorisch vast door de losse einden naar beneden te
3
3
trekken
2
4
– het kinderzitje kan worden gebruikt met een tweepunts-
3b). Waarborg dat de steun goed vastzit.
(afb.
3b). Gebruik de liniaal
Plaats een spangordel rond de chauffeur-
en passagiersstoel zoals getoond in
(afb.
3c).
Wanneer uw auto is uitgevoerd met een
oog op de stoelslede, mag deze als
alternatief worden gebruikt
(zie detail
3df).
BELANGRIJK
– Installeer de
spangordels niet aan de bagage-ogen
afb.
2e). Plaats de haakeinden van de spangordels rond de
2
.
4
3f
3g
3h
3j
. Klik de haken van
Trek voldoende heup- en schoudergordel vrij
(ca. 600 –
ontgrendelarm aan de zijde tegenover de autogordelsluiting. Trek de bekleding
van het kinderzitje terug om de stappengordel vrij te leggen. Voer de riem door de
ontgrendelgordelgeleider en zitkuipsleuf
(afb.
3f), tot aan de bovenkant van het
onderstel van de zitting, achter de stappengordel
sleuf aan de andere kant van het kinderzitje.
Open de andere ontgrendelarm, plaats de autogordel daaronder en bevestig de
gordel in de sluiting
(afb. 3g).
Trek al de overgebleven gordellengte
3i
door het kinderzitje en zorg ervoor, dat de
autogordel niet wordt verdraaid
Wanneer de autogordel zo strak mogelijk
zit, sluit dan de ontgrendelarmen aan
BEIDE
dat deze vastklikken.
Staat de sluiting nu in de positie
gemarkeerd als fout met een
de autogordel kan niet correct worden
gespannen
andere plaats in de auto.
Trek tenslotte de spangordels vast door de losse einden naar beneden te trekken
(afb. 3j)
tot de achtersteun de vloer raakt. De achtersteun moet op een vaste
vloer rusten dus niet op koffers of opslagdozen en dergelijke.
Test het kinderzitje na de installatie door deze alle richtingen op te bewegen.
Indien deze nog los schijnt te zitten, moet u de installatie opnieuw uitvoeren.
NOOIT
de achterkant van het kinderzitje laten rusten tegen een van de
voorstoelen.
9-25 kg
900mm). Open de
(inzet)
en naar beneden door de
(afb.
3h).
zijden van het zitje en waarborg
en
(afb.
3i), probeer dan een