Bovenste / onderste eindpositie manueel instellen
1.
▲ ▼
2.
of
SET
3.
of
SET
4.
of
SET
Test / eindposities wijzigen
Controleer de instellingen en laat het rolluik in beide richtingen bewe-
gen tot de eindposities de motor uit laten schakelen.
Thermobeveiliging
De buismotoren zijn ontworpen voor kortstondig bedrijf (ca. 4 min.).
Wanneer deze tijd overschreden wordt, of er vaak omgeschakeld wordt, leidt dit tot
verhitting van de motor en wordt de motor door de thermobeveiliging uitgeschakeld.
Laat de motor in dat geval ca. 20 minuten afkoelen.
Schakel de besturing/schakelaar eerst op omhoog (▲) / omlaag (▼).
N.B.
Haal de toevoerleiding van het stroomnet af als de draairichting verkeerd is en verwissel de aders voor L1
Houd de betreffende insteltoets* ingedrukt tot de gewenste eindpositie is bereikt.
Het rolluik beweegt omhoog / omlaag
* aan de motor, het snoerschakelaar-instelapparaat (22) of de externe toets.
Laat de insteltoets meteen los als het rolluik de gewenste positie heeft bereikt.
De motor stopt en de bovenste/onderste eindpositie is opgeslagen.
Door kort op de insteltoets te drukken kunt u de eindpositie in kleine stapjes corrigeren.
BELANGRIJK
Als tijdens het instellen een storing optreedt (bijv. de buismotor draait ook bij het drukken op de insteltoets slechts een omwenteling lang), is
uw buismotor waarschijnlijk niet kapot. Mogelijk is de adapter (10) van de kop van de motor geschoven.
Controleer en corrigeer eventueel de positie van de adapter (10), zie pagina 24.
N.B.
Ook na een stroomuitval blijven de eindposities opgeslagen.
BELANGRIJK
De insteldraad (j) moet na het instellen van de eindposities aan de neutrale draad (f) worden aangesloten.
Eindposities wijzigen
Laat het rolluik tot de middelste positie bewegen en begin opnieuw.
NL
en L1
.
21