Gebruik van de insteldraad voor de manuele instelling van de eindposities
Via de insteldraad (j ) wordt de functie van de motorinsteltoets (11) naar buiten
uitgevoerd. Als de insteldraad (j) aan een externe toets wordt aangesloten (zie boven),
kan de externe toets als insteltoets voor het instellen van de eindposities worden gebruikt.
Geleid de insteldraad ( j) van de motorkabel (15) naar de betreffende schakelpost
(bijv. in de schakeldoos).
(22)
Aansluiting van een snoerschakelaar-instelapparaat
1.
Duwstangetjes
Gebruik van de insteldraad (j) bij de eerste installatie
Bij de eerste installatie kan de monteur van het rolluik de motorkabel (15) volledig op
een in speciaalzaken verkrijgbaar snoerschakelaar-instelapparaat (22) aansluiten. Hiermee
kunnen de eindposities van de buismotor worden ingesteld.
N.B.
De verschillende instelmogelijkheden voor de eindposities vindt u op pagina 18.
Gebruik van de insteldraad (j) na het wijzigen achteraf van de eind-
posities:
Indien u de eindposities van een bestaande rolluikinstallatie achteraf wilt veranderen, moet
u de insteldraad (j) door een elektricien laten aansluiten aan een gangbare, externe toets
(230 V/50 Hz) overeenkomstig het aansluitingsschema p. Hierna kunt u met deze
toets en uw rolluikbesturing de eindposities veranderen.
Gebruik van de insteldraad (j) na het instellen van de eindposities:
Na het instellen van de eindposities moet u het betreffende externe schakelapparaat
weer loskoppelen en de motor overeenkomstig het aansluitingsschema n aansluiten.
BELANGRIJK
De insteldraad (j) moet na het instellen van de eindposities aan de
neutrale draad (f) worden aangesloten.
Open de klemcontacten door op de duwstangetjes te drukken en
sluit alle aders van de motorkabel (15) volgens hun functies aan, zie
afbeelding m.
NL
17