Manuele instelling van de eindposities
Eerste installatie
Bij de eerste installatie kan de monteur van het rolluik de eindposities met behulp van
de insteltoets (11) aan de motor of met een in speciaalzaken verkrijgbaar snoer-
schakelaar-instelapparaat (22) instellen.
Meer informatie hierover vindt u in de bedieningshandleiding van het snoerschakelaar-
instelapparaat.
Wijziging achteraf van de eindposities met externe besturingen
Indien u de eindposities van uw buismotor achteraf wilt veranderen, kunt u de eindposities,
zoals hierboven beschreven, met een externe toets als insteltoets of met uw
rolluikbesturing (bijv. Troll Comfort) opnieuw instellen.
Toetsen op het snoerschakelaar-instelapparaat (22)
Insteltoets
SET
Looprichting (▲/▼)
omschakelen
Bovenste eindpositie manueel en onderste eindpositie automatisch instellen
1.
▲ ▼
2.
of
SET
3.
of
SET
4.
of
SET
5.
▼
6.
Rol het rolluik eerst op.
Houd de betreffende insteltoets* ingedrukt tot de gewenste bovenste eindpositie is bereikt.
* aan de motor, het snoerschakelaar-instelapparaat (22) of de externe toets.
Laat de insteltoets meteen los als het rolluik de gewenste positie heeft bereikt.
De motor stopt en de bovenste eindpositie is opgeslagen.
Door kort op de insteltoets te drukken kunt u de eindpositie in kleine stapjes corrigeren.
BELANGRIJK
Als tijdens het instellen een storing optreedt (bijv. de buismotor draait ook bij het drukken op de insteltoets slechts een omwenteling lang), is
uw buismotor waarschijnlijk niet kapot. Misschien is de adapter (10) van de kop van de motor geschoven.
Controleer en corrigeer eventueel de positie van de adapter (10), zie pagina 24.
Beweeg het rolluik ten slotte naar beneden. Zodra het rolluik volledig dicht is, wordt de buismotor automatisch
uitgeschakeld. De positie van het rolluik wordt als onderste eindpositie opgeslagen.
N.B.
Mocht de instelling van de eindposities niet lukken, moet u de fabrieksinstellingen van de buismotor terugzetten (zie pagina 22) en het
proces herhalen.
Schakel de buismotor ten slotte voor enkele seconden spanningsloos. Daarna is de buismotor bedrijfsklaar.
BELANGRIJK
De insteldraad (j) moet na het instellen van de eindposities aan de neutrale draad (f) worden aangesloten.
BELANGRIJK
◆ Bij gebruik zonder stoppers (21) kan het rolluik in de rolluikkast
schuiven en worden beschadigd.
◆ Het rolluik moet met stoppers (21) of een eindrail zijn uitgerust.
◆ Voor beide looprichtingen (omhoog (▲)/omlaag (▼) moeten eindposities
worden ingesteld. Bij het bereiken van deze posities wordt de motor uitgeschakeld.
◆ Hiervoor moet de buismotor volledig gemonteerd zijn.
◆ Demonteer nooit de mechanische stoppers van de laatste rolluiklamel.
◆ De rolluikkast moet geopend zijn en de insteltoets (11) aan de buismotor moet vrij
toegankelijk zijn.
◆ Rij niet tegen de mechanische aanslagen en respecteer een veiligheidsafstand van
2-3 cm.
Is de rolluikkast geopend, dan bestaat er verwondingsgevaar door
het bekneld raken van de hand.
Grijp niet in het bereik van de wikkelas als de motor draait.
NL
19