OPMERKING:
De motor kan beschadigd raken als de chokehendel verder gezet wordt
●
dan de "CLOSE" stand.
Als de motor knalt en afslaat, zet u deze hendel terug in de "OPEN"-
●
stand en trekt u enkele malen aan de starthendel om de motor opnieuw
te starten.
Als u aan de starthendel blijft trekken met de chokehendel in de "CLOSE"
●
stand, kan de motor niet of nauwelijks meer starten omdat die door een
teveel aan brandstof is verzopen.
Als de motor door te veel brandstof is verzopen, verwijdert u de bougie
●
en trekt u een paar keer snel aan de starthendel om het teveel aan
brandstof te lozen. Maak de elektrode van de bougie goed droog.
Wanneer de gasklep (1) niet terugkomt in een stand waarin deze de
●
stationairstelschroef (2) raakt, zelfs niet wanneer de gasklep staat
ingesteld op een laag toerental, stel dan de bedieningskabel (3) opnieuw
af zodat de klep terugkeert in de correcte stand.
2) Wanneer de motor warm is (warme start)
(1) Plaats de bladblazer op een vlakke ondergrond.
(2) Druk enkele malen op de opvoerpomp.
(3) Zorg dat de chokehendel open staat.
(4) Trap met uw rechtervoet op het pedaal en houd de bovenkant
van het apparaat met uw linkerhand vast om te voorkomen dat
de motor in beweging komt.
(5) Trek langzaam aan de starthendel totdat u compressie voelt.
(6) Wanneer de motor niet gemakkelijk start, draait u de gasklep
ongeveer 1/3 open.
2. Stoppen
Voor het model met buisgasklep
Laat de gaskleptrekker (2) los en zet dan de stopregelhendel (1) in de
"O" stand.
Voor het model met heupgasklep
Stel de gasklephendel (1) in op lage snelheid om het motortoerental te
verminderen. Zet vervolgens de stopschakelaar (2) in de "O" stand.
(1)
(2)
PB-7650.4
9
(1)
(2)
(3)
(1)
O
PB-7650.4 H
(2)
O