2. Brandstof tanken
WAARSCHUWING:
Bij het tanken van brandstof dient u vooral de volgende punten in acht te nemen om ontbranding en gevaar voor brand of verwondingen te
●
voorkomen:
Het bijtanken van brandstof moet gebeuren op een plaats waar geen open vuur is. Breng nooit enig brandend voorwerp (sigaret e.d.) dichtbij
–
de plaats waar u brandstof tankt.
Zet de motor af en laat die afkoelen voordat u brandstof gaat tanken.
–
Kies een vlakke ondergrond voor het tanken van brandstof. Vermijd onstabiele of slecht geventileerde plaatsen voor het tanken van brandstof.
–
Verricht het tanken van brandstof bij helder licht en goed zicht.
–
Kies een vrije open omgeving voor het tanken van brandstof.
–
Open de brandstoftankdop heel voorzichtig. Door inwendige druk zou er brandstof uit de vulopening kunnen komen.
–
Wees voorzichtig dat u geen brandstof morst. Veeg eventueel gemorste brandstof onmiddellijk weg.
–
Verricht het tanken van brandstof op een goed geventileerde plaats.
–
Ga voorzichtig om met brandstof.
●
Als er brandstof op uw huid of in uw ogen komt, kan dit leiden tot allergische reacties of irritatie. Roep onmiddellijk medische assistentie in
–
wanneer u een fysieke afwijking bespeurt.
DOE GEEN olie in de brandstoftank.
●
OPSLAGTERMIJN VAN BRANDSTOF
Brandstof hoort binnen 4 weken opgebruikt te worden, zelfs al bewaart u die in een speciale container in een goed geventileerde, donkere ruimte.
Bij mindere omstandigheden kan brandstof al binnen een dag onbruikbaar worden.
Opslag van de machine en de brandstoftank
Bewaar de machine en de brandstoftank op een koele plek, uit de zon.
●
Bewaar brandstof nooit in uw auto.
●
BRANDSTOF
De motor is een 4-takt motor. Zorg dat u altijd benzine voor auto's gebruikt (normaal of super).
Opmerkingen over brandstof
Gebruik nooit een benzine-olie mengsel (mengsmering). Dat kan overmatige koolafzetting en mechanische storingen veroorzaken.
●
Bij gebruik van slechte olie/brandstof zal de motor onregelmatig starten.
●
Voor het bijtanken stopt u de motor en wacht u tot die afgekoeld is.
METHODE VOOR HET BIJTANKEN
Draai de brandstoftankdop een beetje los om de overdruk geleidelijk te laten ontsnappen.
●
Haal de tankdop er af en vul brandstof in de tank terwijl u er voor zorgt dat de gassen in de tank kunnen ontsnappen door de vulopening naar
●
boven te houden. VUL NOOIT de tank tot aan de nok toe vol.
Draai de tankdop weer stevig vast nadat u klaar bent met tanken.
●
Als de tankdop beschadigd is, dient u deze te vervangen.
●
De tankdop zal na verloop van tijd slijtage vertonen. Vervang de dop om de twee tot drie jaar.
●
DOE NOOIT brandstof in de vulopening voor de motorolie.
●
91