Aanwijzingen:
• Afhankelijk van de belichtingsmodus worden de indelingen door
het veranderen van de sluitertijd (
(
) gegenereerd.
P
• De volgorde van de opnamen is: onderbelichting/correcte
belichting/overbelichting.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluitertijd/diafragma
kan het werkgebied van de automatische belichtingsseries
beperkt zijn.
• Een ingestelde belichtingsserie blijft ook na een willekeurig
aantal opnamen en zelfs na het uitschakelen van de camera
actief, resp. zolang tot ze op
• Als een belichtingscompensatie op dezelfde tijd is ingesteld, dan
wordt het startpunt van de belichtingsserie gecompenseerd door
de compensatiewaarde.
• Belichtingsseries zijn niet beschikbaar als een intervalserie is
ingesteld (zie pag. 238).
• Dit menupunt kan worden toegewezen aan een van de softkeys
voor directe toegang en ook aan het menu
T
/
M
) of het diafragma (
A
), of beide
wordt geschakeld.
±0
.
FAVORITES
FOTOGRAFEREN MET FLITS
De camera bepaalt het benodigde fl itsvermogen door het afgeven
van een of meer meetfl itsen in fracties van seconden voor de
eigenlijke opname. Direct daarna, bij het begin van de belichting,
wordt de hoofdfl its afgegeven. Alle factoren die de belichting
beïnvloeden (bijv. fi lters en wijziging van de diafragma-instelling)
worden automatisch gerespecteerd.
Geschikte fl itsapparaten
De volgende fl itsapparaten kunnen op de camera worden gebruikt.
Ze laten de TTL-fl itsmeting toe, en, afhankelijk van de uitrusting,
een groot aantal van de in deze handleiding beschreven functies.
• Het Leica SF 26 systeemfl itsapparaat. Het valt ook positief op
door zijn bedieningsgemak.
• Andere Leica systeemfl itsapparaten, met uitzondering van de Leica
SF 20.
Er kunnen echter ook andere, gebruikelijke fl itsapparaten met
gestandaardiseerde fl itsvoet en ontsteking via het positieve
middencontact
(X-contact) worden gebruikt. Wij adviseren het
1
gebruik van moderne thyristor-geregelde elektronenfl itsapparaten.
Wanneer andere, niet speciaal op de camera afgestemde
1
fl itsapparaten worden gebruikt, die de witbalans van de camera
niet automatisch omschakelen, moet de instelling
worden gebruikt (zie pag. 198).
NL
Flash
227