NEDERLANDS
INSTEKEN VAN DE BLOKKEERSTANG VAN DE KLEP VAN DE OPGEHEVEN AFVALCONTAINER
Voor het werken in de zone van de klep van de opgehesen afvalcontainer (4, Afb. F) de betreffende blokkeerstang (8) als volgt
invoegen.
De blokkeerstang naar binnen steken
1.
Haal de stang (8, Afb. F) los uit de houder, zet de klep zoveel als nodig omhoog en steek de stang in zijn houder (30).
De blokkeerstang verwijderen
2.
Voer de procedure van punt 1 in omgekeerde volgorde uit.
GEBRUIK VAN HOGEDRUK WATERSPUIT (*)
(*)
Optioneel voor sommige landen.
De machine is voorzien van een distributiesysteem voor hogedruk water (optioneel) om te gebruiken voor de reiniging van de
machine zelf of voor andere doeleinden.
LET OP!
Activeer de hogedrukpomp niet wanneer de watertanks leeg of bijna leeg zijn (wanneer de pomp droog wordt
geactiveerd, kan er schade ontstaan).
De gebruiksprocedure worden hiernavolgend beschreven.
1.
Haal uit de cabine de hogedruk waterspuit (25, Afb. E).
2.
Een deel van de slang (26, Afb. G) uittrekken en de spuitmond (25, Afb. E) verbinden aan het snelle contact (27, Afb. G).
3.
Til eventueel de verstuivende spuitmond (30, Afb. E) omhoog en bevestig deze op het uiteinde van de pijp (25).
4.
Start de dieselmotor met een laag toerental zoals in het specifi eke deel wordt beschreven.
5.
Start de hogedrukpomp met de hendel (14, Afb. E).
6.
Verwijder eventueel de lucht uit het systeem door de knop op de spuitmond helemaal linksom te draaien en de hendel van de
spuitmond zelf in te drukken totdat er een constante stroom uitkomt, bij een lage waterdruk.
Laat de hendel van de spuitmond los en draai de knop weer rechtsom om de hogedrukleiding weer te gebruiken.
7.
Zet de motor op het gewenste toerental.
8.
Controleer de druk van het water met de manometer (32, Afb. G).
9.
Gebruik de spuitmond door op de hendel van de betreffende spuit te drukken.
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van de
machine met een hogedrukspuit (lucht of water).
LET OP!
Laat de hogedrukpomp niet langere tijd werken zonder de spuitmond te gebruiken.
10.
Voer na gebruik van de spuitmond de punten 1 tot en met 5 in omgekeerde volgorde uit.
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Na de werkzaamheden en voordat u de machine achterlaat moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd.
1.
Schakel de waterpomp van de installatie voor stofbestrijding met de schakelaar (19, Afb. D) uit.
2.
Sluit de kraantjes voor het water van de installatie voor stofbestrijding (8 en 9, Afb. E), wanneer deze open staan.
3.
Breng de veiligheidsfl ens (23, Afb. E) omhoog en breng met de hendel (12) de aanzuigmond en de zijborstels omhoog.
4.
Stop de aanzuigventilator met de hendel (14, Afb. E).
5.
Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) in de minimale stand en laat de hendel enkele minuten in deze stand staan om het
systeem te stabiliseren.
6.
Controleer of de afvalcontainer (12, Afb. G) omlaag staat en dat het betreffende controlelampje (26, Afb. D) uit is.
7.
Reinig zoals beschreven in het hoofdstuk Onderhoud, de afvalcontainer, de fi lters en de aanzuigslang, controleer de
pakkingen en de smering van de lagers van de aanzuigventilator.
8.
Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
9.
Trek de parkeerrem met de hendel (7, Afb. E) aan.
10.
Doe als ze aan zijn, de lichten uit.
20
GEBRUIKSAANWIJZING
33015501(3)2008-02 A
RS 501