De aanwezigheid van een eindaanslag op
ongeveer één meter voor het vrije uiteinde van
de hijskabel en een andere eindaanslag aan de
kant van de haak van de kabel, beide stevig en
correct bevestigd, is een verplichte veiligheids-
voorwaarde.
5.5 Eindaanslagen en omkeerschijven
BELANGRIJK: Controleer de compatibiliteit van
de verankerpunten en de katrollen met de
NL
krachten die erop toegepast zullen worden.
5.6 Controle met last
6. BEDIENING
N.B.:
BELANGRIJK:
Het is noodzakelijk de slappe streng verwijderd
van de belaste streng te houden en, a fortiori,
van de twee belaste strengen in de montage met
hijsblok, zodat deze slappe streng zich niet met
de andere strengen gaat verwarren.
Om dezelfde redenen is het noodzakelijk deze
slappe streng verwijderd van alle obstakels te
houden die hem zouden kunnen tegenhouden
en om te vermijden dat hij met zichzelf in de war
raakt, hetgeen als gevolg zou kunnen hebben
dat de lage eindaanslag die erop bevestigd is,
de stoporganen (hendels eindaanslagen) kan
bereiken. Een blokkering van de slappe streng
tijdens de stijgende beweging (Dalen van de
last) kan het breken van de kabel veroorzaken
en de val van de last.
Een vervorming van de kabel kan ook de
blokkering in het toestel of in contact met het
toestel van het vervormde onderdeel. Ongeacht
de oorzaak van de blokkering van de kabel
tijdens de beweging, stop onmiddellijk de
beweging
zonder
hoofdstuk 13.
De eindaanslagen zijn geen bedienings-organen
maar veiligheidsorganen. Ze mogen dus niet
vrijwillig gebruikt worden, maar dienen
uitsluitend als stoporganen in geval van
onvrijwillige overschrijding van het voorziene
traject.
Blijf nooit staan of werk nooit onder de last. Breng
indien nodig een veiligheidsbarrière aan rond
de zone onder de last.
8
aan
te
dringen.
Zie