10-5. Bedrading in de schakelkast
Aansluitingen moeten stevig worden uitgevoerd, zonder spanning op de aansluitklemmen.
- Verkeerd aangesloten kabels kunnen breken, oververhitten of rook of brand veroorzaken.
10-5-1. De voedingskabel door het doorslaggat stoppen
・Open het voorpaneel wanneer u werkzaamheden aan de bedrading uitvoert.
・Klop de doorslaggaten in de onderkant van het voorpaneel of in de basis naar buiten met een hamer. Gebruik het
juiste doorslaggat dat overeenkomt met de grootte van de voedingskabel aan de hand van de onderstaande tabel.
(1) Wanneer de bedrading door de voorkant van de unit
geleid moet worden
Afmeting voedingskabel (mm
2, 3,5, 5,5
8, 14
21, 26, 33
84, 67, 53
Ⓐ
Kabelstrop
Ⓑ
Voedingskabel
Ⓒ
Signaaldraad
De lengte van het gedeelte na het gat waar de kabel doorheen gaat moet minstens 1100 mm (43 in) zijn.
Ⓓ
Klem
Ⓔ
Aardingsdraad die de hoofdkast en de omvormerkast verbindt
KJ79F137H01
Ⓐ
Ⓑ
Ⓒ
)
Te gebruiken doorslaggat
2
Doorslaggat 2
Doorslaggat 4
Doorslaggat 3
Doorslaggat 5
(2) Wanneer de bedrading door de onderkant van de unit
geleid moet worden
Ⓔ
Ⓓ
NL-48
Ⓔ
Vul de opening op.
Ⓒ
Ⓐ
Ⓑ