s Sluit het netsnoer niet aan op het klemmenbord voor de
bedieningskabels. (Als u dit wel doet, kan het stuk gaan.)
s Zorg ervoor dat u de bedrading aanbrengt tussen de klemmen-
borden van de bedieningsdraden voor het binnenapparaat,
buitenapparaat en de BC-bedieningseenheid.
Voor uitgaande kabels wordt niet-gepolariseerd tweepolige getwiste
draad gebruikt.
Pas voor uitgaande kabel twee-aderige afgeschermde kabel toe (CVVS,
CPEVS) van meer dan 1,25mm
2
De schakelcapaciteit van de netvoeding voor de BC-bedieningseenheden
en de draadgrootte zijn als volgt:
6. De adresseringen en in gebruik zijnde apparaten instellen
•
De fabriekinstelling van de adresschakelaar van elk van de BC-
bedieningseenheden is "000". Controleer of dit werkelijk het geval is.
•
Stel de adresschakelaar in op 1 + het adres van het buitenapparaat.
s Het adres van de BC-bedieningseenheid dient normaal gespro-
ken te worden ingesteld op 1 + het adres van het buitenapparaat.
Als dit er echter toe zou leiden dat het apparaat hetzelfde adres
krijgt als een ander buitenapparaat, moet u het adres instellen
op een andere waarde tussen 51 en 100. U dient vervolgens te
controleren of dit adres verschilt van de adressen van de an-
dere bedieningseenheden.
•
Raadpleeg hiertoe de installatiehandleiding van de buitenapparaten.
7. Proefdraaien
Controle voordat u gaat proefdraaien.
s Na de installatie, het aanbrengen van de pijpen en de bedrading
voor de binnenapparaten en de BC-bedieningseenheid, dient u
nogmaals te controleren dat er geen koelstof lekt en dat er geen
speling zit in de voedings- en de bedieningskabels.
s Controleer met behulp van een weerstandsmeter van 500V dat
de isolatieweerstand tussen de aansluiting voor de voeding en
Ω
de aarde meer dan 1,0 M
Ω
1,0M
, dient u het apparaat niet in werking te stellen.
Voorzichtig:
Meet nooit de isolatieweerstand van de aansluiting voor de
bedieningskabels.
48
doorsnede.
bedraagt. Als deze minder is dan
Schakelaar (A)
S m e l t v e i -
Vermogen
Zekering
ligheid
15
15
•
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar de installatie-
handleiding van het buitenapparaat.
Voorzichtig:
Gebruik alleen de correcte waarde voor de zekering en de onder-
breker. Bij toepassing van zekeringen of leidingen van een ver-
keerde capaciteit kan een defect of brand optreden.
Zorg ervoor dat de buitenapparaten geaard zijn. Sluit de aardings-
kabel niet aan op een gasleiding, een waterleidingspijp, een blik-
semafleider of een telefoonaardingskabel.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
A a r d l e k -
Draaddia-
meter
schakelaar
20A
20A 30mA
1,6mm
0,1 s of minder