5.1 UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN VOOR
DE INGEBRUIKNAME
Alvorens te beginnen met werken dienen er enkele controles en han-
delingen uitgevoerd te worden om er zeker van te zijn dat het werk op
de meest nuttige en veilige manier zal verlopen.
5.1.1 De stoel afstellen
De stoel is met vier schroeven
(1) bevestigd die u los moet
draaien om de stand van de
stoel te kunnen verstellen,
waarbij u de stoel in de gleuven
van de steun moet laten glijden.
Als de stoel in de gewenste
stand staat, moet u de vier
schroeven weer goed aan-
draaien.
5.1.2 De tank vullen
OPMERKING
De te gebruiken brandstof en motorolie staan
aangegeven in het instructieboekje van de motor.
Om bij de peilstok van de olie te
komen dient u de zitting
omhoog te zetten en het daa-
ronder gelegen deksel te ope-
nen.
Zet het contact af en controleer
het motoroliepeil dat zich tus-
sen de MIN. en de MAX. inke-
ping van de peilstok moet
bevinden.
NL
16
1
1
MAX
MIN
Tijdens het vullen van de tank
met brandstof met behulp van
een trechter dient u erop toe te
zien dat de tank niet te vol is.
De inhoud van de tank
bedraagt ongeveer 4 liter.
GEVAAR!
Om
de brandstoftank te vullen
moet u de motor uitzetten.
Doe dit in de open lucht of
in een goed geventileerde ruimte. Denk er altijd aan dat benzi-
nedampen brandbaar zijn! GEEN OPEN VUUR IN DE BUURT
VAN DE TANK BRENGEN EN NIET ROKEN BIJ HET VULLEN
VAN DE TANK.
BELANGRIJK
Vermijden benzine op de plastic gedeelten te
gieten zodanig dat ze niet beschadigd worden; bij toevallige lekken
onmiddellijk spoelen met water. De garantie dekt geen schade aan
de plastic onderdelen van de carrosserie of de motor, veroorzaakt
door benzine.
5.1.3 Bandenspanning
Een juiste bandenspanning is
noodzakelijk om het maaidek
geheel vlak boven het grasop-
pervlak te krijgen, zodat u een
mooi maaibeeld krijgt.
Schroef de ventieldopjes los en
verbind de ventielen aan een
persluchtmachine die voorzien is
van een manometer.