BEDIENING
Brandstof (Afb. 11)
WAARSCHUWING
○ Deze kettingzaag heeft een tweetaktmotor. Gebruik
daarom altijd mengsmering, oftewel benzine gemengd
met olie. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u tankt
of omgaat met brandstof.
○ Brandstoff en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt
ernstig persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te
ademen of brandstof op lichaamsdelen te morsen.
Wees altijd voorzichtig en blijf goed opletten bij de
omgang met brandstof. Zorg altijd voor een goede
ventilatie wanneer u brandstof binnen een gebouw
gebruikt.
Brandstof
○ Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik echte tweetaktbrandstof of een benzine-
oliemengsel van 25:1 tot 50:1, raadpleeg voor de
juiste verhouding alstublieft uw door HiKOKI erkende
servicecentrum.
○ Als er geen echte tweetaktbrandstof beschikbaar is,
gebruik dan een kwaliteitsolie die uitdrukkelijk geschikt
is voor gebruik in luchtgekoelde tweetaktmotoren (JASO
FC GRADE OIL of ISO EGC GRADE). Gebruik geen
BIA of TCW (voor watergekoelde tweetaktmotoren)
mengolie.
○ Gebruik geen multigrade olie (10 W/30) of afgewerkte olie.
○ Meng de brandstof en de olie niet in de brandstoftank
van de machine. Meng de benzine en de olie in een
aparte, schone jerrycan.
Vul de jerrycan met de helft van de hoeveelheid benzine die
u gaat gebruiken.
Voeg de volledige hoeveelheid olie toe. Meng het benzine-
oliemengsel (schudden). Voeg tenslotte de resterende
hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u
het in de tank doet.
Menghoeveelheden tweetaktolie en benzine
Benzine (Liter)
Verhouding 50:1
0,5
1
2
4
Tanken (Afb. 12)
WAARSCHUWING
○ Schakel altijd eerst de motor uit en laat deze eerst een
paar minuten afkoelen voor u gaat tanken.
Rook niet en zorg ervoor dat er geen vlammen of vonken
in de buurt zijn van de plek waar u gaat tanken.
○ Maak de tank (15) voorzichtig open om eventueel onder
druk staande gassen te laten ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○ Ga minstens 3 m van de plek waar u getankt heeft
vandaan voor u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er ergens brandstof lekt na het tanken.
○ Raak voor het tanken even een stukje vochtige aarde of
iets dergelijks aan om eventueel opgebouwde statische
elektriciteit te laten wegvloeien van de machine, de tank
en de gebruiker.
Tweetaktolie (ml)
Verhouding 25:1
10
———
20
20
———
40
40
———
80
80
———
160
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes
schoon zodat er geen vuil in de tank kan vallen. Zorg ervoor
dat de brandstof goed gemengd is door voor het tanken de
jerrycan goed te schudden.
Kettingsmering (Afb. 12)
WAARSCHUWING
Gebruik geen afgewerkte of gefi lterde oude olie. Doet u
dit toch, dan kan dit schade toebrengen aan de machine
en aan uw gezondheid.
Maak het reservoir voor de kettingsmering (16) voorzichtig
open en vul bij met olie. Gebruik altijd kettingsmering van
goede kwaliteit. Wanneer de motor loopt, wordt de ketting
automatisch gesmeerd.
Vul het reservoir voor de kettingsmering (16) elke keer bij
wanneer u gaat tanken.
OPMERKING
Wanneer u brandstof tankt of het reservoir voor de
kettingsmering vult, leg de machine dan op zijn kant, met
de vuldoppen boven. (Afb. 12)
KETTINGSMERING AFSTELLEN
De kettingsmering staat standaard op maximum ingesteld
op de fabriek. Pas de hoeveelheid aan de situatie aan.
Draai de afstelschroef (17) tegen de klok om de hoeveelheid
te vergroten en met de klok mee om de hoeveelheid te
verminderen. (Afb. 13)
Werking kettingrem (Afb. 3, 14)
De kettingrem is ontworpen om in werking te treden in
noodgevallen, zoals bij een terugslag.
De rem wordt in werking gesteld door de voorste
handbeschermer (2) naar het zwaard toe te bewegen.
Wanneer de kettingrem in werking is, zal ook als de
gashendel wordt ingedrukt het toerental niet hoger worden
en zal dus de ketting niet beginnen te lopen. Om de rem te
ontgrendelen trekt u de voorste handbeschermer (2) weer
naar de voorste handgreep toe.
Als de motor met hoge snelheid blijft draaien terwijl de
rem aangrijpt, zal de koppeling oververhit raken, waardoor
problemen zullen ontstaan.
Wanneer de rem in werking treedt terwijl u de zaag gebruikt,
moet u onmiddellijk de gashendel loslaten om de motor
langzamer te laten draaien.
Controleren van de werking van de kettingrem (Afb. 15)
1) Zet de motor uit.
2) Houd de kettingzaag horizontaal, laat de voorste
handgreep los zodat de punt van het zwaard op een
boomstronk of ander stuk hout terecht komt en controleer
de werking van de rem. De kracht die hiervoor nodig is
hangt mede af van de lengte van het zwaard.
Als de rem niet werkt, moet u een door HiKOKI erkend
servicecentrum vragen om inspectie en eventueel reparatie.
Koude start (Afb. 3, 14, 16-18)
LET OP
Voordat u de motor start, moet u controleren of het
zwaard/de ketting niets aanraakt.
1. Duw de voorste handbeschermer (2) naar voren zodat
de rem in werking treedt. (Afb. 14)
2. Zet de stopschakelaar (18) in de stand AAN. (Afb. 16)
3. Druk ongeveer 10 keer op de opvoerpomp (20) zodat er
brandstof in de carburateur gepompt wordt. (Afb. 17)
4. Trek de choke (19) helemaal uit om deze in de START
stand te zetten. (Fig. 17) Hierdoor wordt het gas
automatisch op halfgas gezet.
5. Trek stevig aan de trekstarter (21) en let erop dat u
de handgreep goed vast blijft houden en niet laat
terugschieten. (Afb. 18)
6. Wanneer de motor aanslaat drukt u de choke (19)
helemaal in om deze in de RUN stand (normaal gebruik)
te zetten. (Afb. 17)
49
Nederlands