Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meet-
gereedschap bovendien indien mogelijk in het midden van
het werkvlak.
De afwijkingen zijn relevant vanaf een meettraject van ca.
20 meter en kunnen bij 100 meter zelfs het twee- tot vier-
voudige van de afwijking bij 20 meter bedragen.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke in-
vloeden (zoals val of sterke stoten) leiden tot afwijkingen.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens
voordat u begint te werken.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxi-
male afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klan-
tenservice te laten repareren.
Nivelleernauwkeurigheid bij horizontale positie
controleren
Voor een betrouwbaar en nauwkeurig resultaat wordt de
controle op een vrij meettraject van 30 m op een vaste on-
dergrond voor een muur aangeraden. Voer voor beide assen
telkens een compleet meetproces uit.
– Monteer het meetgereedschap in horizontale positie op
een afstand van 30 m van de muur op een statief of plaats
het op een stevige, vlakke ondergrond. Schakel het meet-
gereedschap in.
30 m
– Markeer na voltooiing van het nivelleren het midden van
de laserstraal op de muur (punt Ⅰ).
d
– Draai het meetgereedschap 180°, zonder de positie er-
van te wijzigen. Laat het nivelleren en markeer het mid-
den van de laserstraal op de muur (punt Ⅱ). Let erop dat
punt Ⅱ zo loodrecht mogelijk boven of onder punt Ⅰ ligt.
Uit het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅱ op
de muur blijkt de werkelijke hoogteafwijking van het meetge-
reedschap voor de gemeten as.
Bosch Power Tools
Herhaal het meetproces voor de andere as. Draai hiervoor
het meetgereedschap vóór aanvang van het meetproces
90°.
Op het meettraject van 30 m bedraagt de maximaal toege-
stane afwijking:
30 m × ±0,1 mm/m = ±3 mm. Het verschil d tussen de pun-
ten Ⅰ en Ⅱ mag dus bij elk van de beide meetprocessen maxi-
maal 6 mm bedragen.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Gebruik voor het markeren altijd alleen het midden
u
van het laserpunt of de laserlijn. De grootte van het la-
serpunt of de breedte van de laserlijn veranderen met de
afstand.
Werken met het laserrichtbord (zie afbeelding C)
Het laserrichtbord (47) verbetert de zichtbaarheid van de la-
serstraal onder ongunstige omstandigheden en over grotere
afstanden.
Het reflecterende vlak van het laserrichtbord (47) verbetert
de zichtbaarheid van de laserlijn, door het transparante vlak
is de laserlijn ook aan de achterzijde van het laserrichtbord
te zien.
Werken met het statief (accessoire)
Een statief biedt een stabiele, in hoogte instelbare meeton-
dergrond. Zet het meetgereedschap met de 5/8"-
statiefopname (21) op de schroefdraad van het statief (38).
Schroef het meetgereedschap met de vastzetschroef van het
statief vast.
Bij een statief met schaalverdeling op het uittrekbare gedeel-
te kunt u de hoogteverplaatsing direct instellen.
Stel het statief grof af voordat u het meetgereedschap in-
schakelt.
Werken met de wandhouder WM 4 (accessoire)
(zie afbeelding D)
U kunt het meetgereedschap ook op de wandhouder met
uitlijneenheid (42) monteren. Schroef hiervoor de 5/8"-
schroef (44) van de wandhouder in de statiefopname (21)
op het meetgereedschap.
Montage aan een muur: De montage aan een muur wordt
bijv. aangeraden bij werkzaamheden die boven de uittrek-
180°
hoogte van statieven liggen, of bij werkzaamheden op een
onstabiele ondergrond en zonder statief.
Schroef de wandhouder (42) met schroeven door de
bevestigingsgaten (40) aan een muur of met de
bevestigingsschroef (39) op een lat vast. Monteer de wand-
houder zo loodrecht mogelijk op een muur en let op een sta-
biele bevestiging.
Montage op een statief: U kunt de wandhouder (42) even-
eens met de statiefopname (41) op de achterkant op een
statief schroeven. Deze bevestiging wordt vooral aangera-
den bij werkzaamheden waarbij het rotatievlak op een refe-
rentielijn moet worden uitgelijnd.
Met behulp van de uitlijneenheid kunt u het gemonteerde
meetgereedschap verticaal (bij montage aan de muur) of ho-
rizontaal (bij montage op een statief) in een bereik van ca.
Nederlands | 81
1 609 92A 5S1 | (09.09.2020)