BEREIDINGSTIPS
Verwarmen en bereiden
•
De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe groter de hoeveelheid product
in de magnetronoven, hoe langer de bereidingstijd.
•
Brede, platte gerechten worden eerder warm dan smalle, lange gerechten.
•
Door gerechten af te dekken met magnetronfolie of een geschikt deksel, voorkomt u
spatten, wordt de bereidingstijd verkort en gaat het vochtgehalte van het gerecht niet
verloren.
•
Let op! Na bereiding moet u de magnetronfolie of het deksel altijd voorzichtig verwijderen.
De stoom die hierbij vrijkomt kan heel heet zijn!
•
U kunt zo nodig vocht toevoegen aan gerechten die snel uitdrogen. Dompel aardappels en
groenten eerst even in koud water voordat u ze in de magnetronoven zet. Op deze manier
kunt u velvorming voorkomen.
•
Voor een gelijkmatig resultaat kunt u gerechten het best één of twee keer roeren of keren.
•
Voor het opwarmen van al gegaard voedsel zet u het magnetronvermogen altijd op de
hoogste stand.
•
Voor het bereiden van voedsel in de magnetronoven hebt u slechts kleine hoeveelheden
water, zout en kruiden nodig. Zout kunt u het best pas na bereiding toevoegen. Op deze
manier blijft het vochtgehalte in het gerecht zoveel mogelijk behouden.
•
Nadat de magnetronoven is uitgeschakeld blijft het voedsel nog enige tijd doorgaren.
Houd hier rekening mee zodat het gerecht niet te gaar wordt.
•
Let op! Bij het opwarmen van kleine hoeveelheden poedervormige producten (bij het
drogen van kruiden bijvoorbeeld), moet u altijd een glaasje water in de magnetron zetten.
Als gevolg van de kleine hoeveelheden kunnen de producten anders vlam vatten.
Ontdooien
•
Ontdooi grote, dikke stukken voedsel altijd met het ontdooiprogramma. Op deze manier
wordt het voedsel geleidelijk en gelijkmatig ontdooid en loopt u niet het risico dat de
buitenkant van het voedsel uitdroogt terwijl de binnenkant nog bevroren is.
•
Om het ontdooiproces te versnellen raden we aan het voedsel na enige tijd in kleinere
stukken te verdelen.
•
Voor grotere stukken vlees en dikkere stukken voedsel moet u het ontdooiproces een
aantal maal onderbreken.
•
Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde producten, kunt u de dunne stukken
halverwege de ontdooitijd bedekken of inwikkelen met aluminiumfolie.
•
Gebruik bij het bereiden van gerechten bij voorkeur het ovenrooster. Plaats koude
(bevroren) gerechten nooit rechtstreeks op het glazen draaiplateau. Door het
temperatuurverschil kan het plateau barsten!
NL 24