10. Als u verantwoordelijk bent voor het toewij-
zen van deze uitrusting aan een werknemer
of andere medewerker, zorg er dan voor dat
u zich houdt aan de geldende regels voor
gezondheid en veiligheid op het werk.
11. De gebruiker moet fysiek en mentaal fit
zijn tijdens het gebruik van deze uitrusting.
Neem bij twijfel contact op met uw huisarts
of met de bedrijfsarts. Zwangere vrouwen
mogen de uitrusting niet gebruiken.
12. Deze uitrusting mag niet buiten zijn/haar
grenzen of in een andere situatie worden ge-
NL
bruikt dan waarvoor deze is ontworpen (zie
"4). Functie en beschrijving".
13. Als het ankerpunt bedoeld is om te voorko-
men dat een gebruiker valt, moet de opera-
tor een valbeveiligingssysteem gebruiken in
overeenstemming met EN 363 (persoonlijke
beschermingsmiddelen tegen vallen). Dit
systeem moet een valstopkracht van min-
der dan 6 kN garanderen. Als het ankerpunt
uitsluitend bedoeld is om de beweging van
de gebruiker te beperken tot zones zonder
valrisico, kan de gebruiker zich zekeren met
een vallijn zonder valbeveiligingssysteem in
overeenstemming met EN 363. In dit geval
wordt naar het ankerpunt verwezen als "be-
grensde toegang".
14. De installatie van een ankerpunt moet op
adequate wijze worden uitgevoerd onder
veiligheidsomstandigheden die de valrisico's
van de installateur, ten gevolge van de con-
structie op de locatie, volledig beheersen.
15. De gebruiker van het verankeringssysteem
moet controleren en waarborgen dat dit
verankeringssysteem en de bijbehorende
persoonlijke beschermingsmiddelen voort-
durend in overeenstemming zijn met de
veiligheidseisen, de regels en normen die op
dit gebied van toepassing zijn. Hij/zij moet
ervoor zorgen dat de bijbehorende PBM's
onderling en met het verankeringssysteem
compatibel zijn.
16. Voor het gebruik van een EN 363 valbeveili-
gingssysteem moet de gebruiker zich ervan
34
verzekeren dat elk van de onderdelen in
goede staat verkeert: beveiligingssysteem,
vergrendelingssysteem. Bij de installatie is
het van essentieel belang ervoor te zorgen
dat de veiligheidsfuncties niet worden aan-
getast.
17. Bij gebruik van een valbeveiligingssysteem
is het van essentieel belang om de vrije (val)
ruimte op de werkplek onder de gebruiker
vóór elk gebruik te controleren, zodat er bij
een val geen risico is om op de grond te val-
len of obstakels te raken tijdens de val.
18. Een EN 361 harnas is het enige type li-
chaamsharnas dat mag worden gebruikt in
een valbeveiligingssysteem.
19. Voor de veiligheid van de gebruiker is het
van essentieel belang dat het apparaat of
ankerpunt correct is gepositioneerd en dat
het werk zodanig wordt uitgevoerd dat het ri-
sico van vallen van hoogte tot een minimum
wordt beperkt.
20. Als deze apparatuur buiten het oorspronke-
lijke land van bestemming wordt verkocht,
dient de dealer voor de veiligheid van de
gebruiker het volgende te verstrekken: een
instructiehandleiding, instructies voor onder-
houd, voor periodieke inspecties en repara-
ties, allemaal opgesteld in de taal van het
land van gebruik.
21. De maximale doorbuiging voor dit product
onder belasting is 55 mm.
22.
OPMERKING:
Neem contact op met Tractel
bijzondere toepassingen.
2. Definities en symbolen
2.1. Definities
« Beheerder »: Persoon of afdeling verantwoor-
delijk voor het beheer en het veilig gebruik van
voor
®