9 Onderhoud, reinigen en opbergen
Sproeimiddelreservoir leegmaken:
Zet de drukspuit rechtop neer op een horizontale
ondergrond.
Om de beschermkast te openen, draait u de
twee sluitknoppen (17) ongeveer 100° naar
links, maak de beschermkast open.
Plaats de afvoerslang (19) in een geschikt
opvangreservoir.
Open de aflaatklep (18) (hefboom staat in de
richting van de slang).
Na het leegmaken: Sluit de aflaatklep (hefboom
staat haaks op de slang) en bevestig de aflaat-
slang weer aan de achterzijde.
Sluit de beschermkast, draai de sluitknoppen
rechtsom weer in horizontale stand.
Sproeimiddelreservoir reinigen:
Maak het sproeimiddelreservoir en alle onderdelen
die met de sproeimiddel in aanraking zijn gekomen
dagelijks na het gebruik en met name op het einde
van het sproeiseizoen leeg en spoel het goed door
met zuiver water.
Resten van sproeimiddel kunnen corrosie en dus
beschadiging van het apparaat veroorzaken.
Schenk speciaal aandacht aan slijtageonderdelen,
zoals sproeidoppen, filters en dichtingen.
Hou rekening met de reinigingsinstructies in de
gebruiksaanwijzing bij het sproeimiddel.
Om te reinigen bevelen wij de SOLO-sproei-
apparaatreiniger (doseerfles van 500 ml,
bestelnr.: 49 00 600).
Nooit agressieve, zuur- en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen (b.v. benzine) gebruiken.
Na het reinigen laat u het sproeimiddelreservoir in
geopende toestand drogen.
NEDERLANDS 16
Vulzeef, sproeidoppen en kogelventielfilter
reinigen:
Sproeidopopzetstuk met zuiver water afspoelen.
Sproeidopopzetstuk (11) uit elkaar schroeven.
Reinig de vulzeef, de afdichtingen, de filter en de
sproeidop met zuiver water en een zachte
borstel. Blaas de sproeidop nooit door met de
mond! Sproeidoppen niet met harde voorwerpen
reinigen!
Afzonderlijke onderdelen van het sproeidop-
opzetstuk opnieuw samen schroeven .
9.9 Stilleggen en opbergen
Bereid het apparaat overeenkomstig paragraaf 9.8
voor om het op te bergen.
Bewaar het apparaat op een droge, vorstvrije en
veilige plaats bij een omgevingstemperatuur van
max. 35 °C en beschermd tegen directe
zonnestralen.
Er mogen geen open vuren of dergelijke in
de omgeving voorkomen.
Ook wanneer u het apparaat niet gebruikt, dient u
de accu (en eventueel een bijkomende accu) regel-
matig maar minstens één keer per maand met de
lader op te laden.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen –
moet worden vermeden.