GCE MM40 Mode D'emploi page 68

I2
Inlaat
gasbron
Inlaat
gasbron
I1
NL
Fig. 4: Beschrijving van MM40 – STABILISATOR – boven actieve route (V1 en V3 zijn gesloten);
Druk het handwiel van regelaar R1 omlaag om het te vergrendelen.
•
Zet kogelkleppen V1 en V3 in de gesloten stand en kogelkleppen V2 en V4 in de geopende
•
stand. Distributieleiding met regelaar R2 is nu actief.
Trek aan het handwiel van regelaar R2 om het te ontgrendelen en stel de vereiste parameter
•
van de uitlaatdruk in. Observeer meter M2, die de uitlaatdruk aangeeft.
Druk het handwiel van regelaar R2 omlaag om het te vergrendelen.
•
7. GEBRUIK
7.1. HET SPRUITSTUK IN GEBRUIK NEMEN
Nadat de reductie-unit volledig is geïnstalleerd en de vereiste parameters zijn ingesteld:
Controleer of de beide afsluitkleppen V1 – V4 gesloten zijn.
•
Controleer de inlaatgasdruk via meter M1 om te zien of er gas wordt toegevoerd via de
•
inlaatverbinding.
Open kogelklep V1 LANGZAAM.
•
Open kogelklep V3 LANGZAAM. De gasdruk die is gereduceerd door regelaar R1 wordt nu
•
aan de pijpleiding geleverd.
Controleer de parameter van de gereduceerde uitlaatgasdruk via meter M2 en vergewis u
•
ervan dat de druk is ingesteld op de vereiste parameter. Is dit niet het geval, corrigeer dan de
instelling – zie paragraaf 6.8.
Drukregelaar R1 is nu operationeel en R2 is de reserveregelaar. Laat nooit de beide
•
drukregelaars tegelijkertijd openstaan.
7.2. WISSELING VAN DE GEBRUIKSLEIDINGEN
Maandelijkse wisseling van de gebruiksleidingen wordt aanbevolen om onverwachte
gebeurtenissen te vermijden wanneer de tweede reserveregelaar niet functioneel is als deze
nodig is.
Wisseling van drukregelaar R1 naar R2
Controleer de parameter van de inlaatdruk met meter M1 en controleer of het gas in het
•
spruitstuk stroomt.
Open kogelklep V1 LANGZAAM.
•
R1
F2
V1
F1
M1
V2
R2
onder actieve route (V2 en V4 zijn geopend)
V3
Uitlaat gasbron
M2
V4 C3 T3
68/100
E1
S1
01
C2 T2