NEDERLANDS
De buffer niet gebruiken indien deze verkleurd of troebel is.
Verkleuring of troebelheid kan een teken zijn van
microbiële.
Niet eten, drinken of roken in de buurt van waar de
monsters en test kits worden gebruikt.
Draag beschermende kleding, zoals laboratoriumjassen,
wegwerphandschoenen en veiligheidsbril wanneer de
monsters worden getest.
Behandel monstermateriaal als zijnde besmettelijk. Neem
tijdens het uitvoeren van de test de richtlijnen in acht voor
microbiologische risico's en voor het juist verwerken van
monstermateriaal.
De testkit bevat producten van dierlijke oorsprong.
Gecertificeerde kennis van de herkomst en/of hygiënische
omstandigheden van de dieren geeft geen volledige
garantie
voor
de
afwezigheid
ziekteverwekkers. Om deze reden wordt aangeraden dat
deze producten als mogelijk infectieus te worden
behandeld en volgens standaard veiligheidsmaatregelen te
worden gehanteerd (bijv. niet inslikken of inademen).
Temperatuur kan testresultaten negatief beïnvloeden.
Het niet op kamertemperatuur brengen van monsters en
reagentia vooraf aan uitvoer van de test kan de sensitiviteit
van het assay verminderen. Inaccurate of incorrecte
monsterverzameling, opslag of transport kan vals negatieve
resultaten opleveren.
Gebruikte testmaterialen dienen te worden vernietigd/
weggegooid volgens de plaatselijke voorschriften.
8. Monsterafname- en preparatie
De NADAL® COVID-19 IgG/IgM Test kan met volbloed (uit
venapunctie of vingerprik), serum of plasma worden
uitgevoerd.
Voor
het verzamelen van uit
volbloedmonsters:
Was de hand van de patiënt met zeep en warm water of
maak deze schoon met een alcoholdoekje. Laat de hand
drogen.
Masseer de hand, zonder de plaats van punctie aan te
raken, door over de hand richting de vingertop van de
middel- of ringvinger te wrijven.
Prik in de huid met een steriel lancet en veeg de eerste
bloeddruppel weg.
Wrijf zachtjes over de hand van de pols, via de handpalm,
tot de vinger om een ronde druppel bloed uit de plaats van
punctie te doen stromen.
Uit vingerprik verkregen volbloed dient onmiddellijk te
worden getest.
Uit venapunctie verkregen volbloedmonsters
Containers die antistolmiddelen bevatten, zoals EDTA, citraat,
heparine of oxalaat moeten worden gebruikt voor de
bereiding van veneuze volbloed- of plasmamonsters.
Idealiter wordt de test direct nadat het monster is verkregen
uitgevoerd. Laat de monsters niet voor langere tijd bij
kamertemperatuur staan.
Indien de test binnen 3 dagen na afname van het monster zal
worden uitgevoerd, dient u uit venapunctie verkregen
volbloed bij 2-8°C te bewaren.
nal von minden GmbH • Carl-Zeiss-Strasse 12 • 47445 Moers • Germany • info@nal-vonminden.com • www.nal-vonminden.com
NADAL® COVID-19 IgG/IgM Test
van
overdraagbare
vingerprik
verkregen
(Ref. 243003N-25)
Volbloedmonsters niet invriezen.
Serum- en plasmamonsters
Scheid serum of plasma zo snel mogelijk van bloed om
hemolyse te voorkomen. Gebruik alleen heldere, niet-
gehemolyseerde monsters.
Idealiter wordt de test direct nadat het monster is verkregen
uitgevoerd. Laat de monsters niet voor langere tijd bij
kamertemperatuur staan. Serum- en plasmamonsters dienen
maximaal 7 dagen te worden bewaard bij 2-8°C. Voor langere
opslagtijd dienen de monsters onder de -20°C te worden
bewaard.
Breng monsters op kamertemperatuur voorafgaand aan het
testen. Ingevroren monsters dienen compleet ontdooid en
goed gemengd te worden voorafgaand aan het testen.
Monsters dienen niet opnieuw ingevroren en ontdooid te
worden.
Indien monsters verscheept moeten worden, moeten ze
verpakt worden overeenkomstig de lokale regelgeving
omtrent transportatie van etiologische agentia.
Icterische, lipemische, gehemolyseerde, warmtebehandelde
en besmette monsters kunnen tot inaccurate testresultaten
leiden.
9. Testprocedure
Breng
tests,
monsters,
kamertemperatuur (15-30°C) vooraf aan het testen.
1. Verwijder de testcassette uit de aluminium buidel en
gebruik deze zo spoedig mogelijk. U bereikt de beste
resultaten indien u de test onmiddellijk na opening van de
buidel gebruikt. Label de testcassette met de patiënt- of
controlegegevens.
2. Plaats de testcassette op een schone
en vlakke ondergrond.
3. a) Voor serum- of plasmamonsters:
Zuig, de pipet verticaal houdende,
de monstervloeistof op tot aan de
eerste verwijding (ca. 5 μL) en voeg
dit toe aan het monsterreservoir (S)
van de testcassette.
b) Voor uit venapunctie verkregen
volbloedmonsters:
Voeg, de pipet verticaal houdende,
1 druppel (ca. 10 μL) van het
volbloedmonster
toe
monsterreservoir
(S)
testcassette.
4. Voeg,
het
bufferflesje
houdende, 2 druppels bufferoplos-
sing toe aan het monsterreservoir
(S) toe. Vermijd luchtbelvorming
5. Start de stopwatch.
6. Wacht tot er één of meerdere rode
lijn verschijnen. Lees het resultaat
na exact 15 minuten af. Interpreteer
buffers
en/of
controles
aan
het
van
de
vertical
op
43