Migatronic ZETA 60 Manuel D'instruction page 34

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
Aanvoer van perslucht
De persluchtslang moet worden aangesloten op de achterkant van
de stroombron. De lucht moet schoon en droog zijn om te
voorkomen dat de toortsonderdelen snel slijten. Hiervoor kan een
speciaal luchtfilter worden gemonteerd.
De compressor moet een capaciteit hebben van minimaal
120 l/min. bij een druk van 6-8 bar op de ZETA 60 en
min. 180 l/min. bij een druk van 6-8 bar op de ZETA 100.
De compressor mag niet boven de 8 bar komen.
In de achterkant van de stroombron zit een luchtfilter met een
manometer en een drukregelaar.
Afstellen van de luchtdruk
De stroombron is voorzien van een drukschakelaar die de machine
stopzet als de ingangsdruk onder de 3 bar komt (zie voorpaneel
hierboven).
Schakel de machine IN.
Druk op de knop "luchttest" op het voorpaneel (de gasklep gaat
dan open)
Controleer de luchtdruk op de meter en stel deze af op 3,5 bar
terwijl u de "luchttest"-knop ingedrukt houdt. Er kunnen, al
naargelang het materiaaltype, de dikte en de stroomsterkte,
verschillende drukwaarden worden gebruikt. Zorg ervoor dat u
de 6 bar niet overschrijdt.
Laat de drukknop los.
Let op!
Het is belangrijk om de stroom te regelen met
behulp van het testapparaat voor plasmagas.
De stroom MOET worden ingesteld tussen de
twee lijnen op het gastestapparaat.
Als de stroom niet binnen dit gebied ligt, zal dat
leiden tot een slechte snijkwaliteit of een
kortere levensduur voor slijtende onderdelen.
Snijden
Stel de snijstroom af op de waarde die nodig is voor het type en de
dikte van het materiaal.
Selecteer de snijstand: normaal of "rastersnijden".
Zorg ervoor dat de toorts niet in de buurt van personen of objecten
komt en druk op de toortsschakelaar. De hulpboog start dan.
Plaats de toorts dicht bij het werkstuk. De boog wordt nu over-
gebracht op het werkstuk. Als de toorts binnen 3 seconden na het
vormen van de hulpboog niet dicht bij het werkstuk wordt gebracht,
zal de hulpboog uitschakelen en moet de bewerking herhaald
worden.
Begin met snijden vanaf één uiteinde van het werkstuk om te
voorkomen dat er slakken en spatten op de toorts komen. Als het
snijden vanaf het midden van het werkstuk gestart moet worden,
brengt u de toorts in een hoek aan om te voorkomen dat slakken
en spatten terugslaan op de toorts.
De hulpboog maakt het overbrengen van de boog ook mogelijk op
een vuil of geverfd werkstuk.
Snijsnelheid
Met de juiste snijsnelheid kunt u het materiaal volledig snijden en
het gesmolten materiaal verwijderen van de andere kant van het
werkstuk, zodat er geen vonken en spatten terugslaan.
Bij de juiste snijsnelheid heeft de stroom gesmolten materiaal een
hoek van 10-15° ten opzichte van de as van de toorts. Dit zorgt
voor schone snijranden zonder slakken.
Bij een te lage snijsnelheid wordt het snijgebied breder, de
warmte-beïnvloede zone groter en blijven er slakken achter op het
snijoppervlak.
Bij een te hoge snijsnelheid wordt niet de gehele dikte van het
materiaal gesneden, en slaan er spatten en slakken terug.
Tijdens het snijden moet de toorts loodrecht op het werkstuk
worden gehouden.
Voordelen van plasmasnijden
Plasmasnijden biedt vele voordelen ten opzichte van
snijden met oxyacetyleen. De warmte-beïnvloede
zone is kleiner, terwijl het hoge zuurstofgehalte bij
oxysnijden betekent dat het niet voor roestvrij staal
kan worden gebruikt. De temperatuur is bij plasma-
snijden hoger dan bij oxysnijden en de stroom
perslucht verwijdert het gesmolten materiaal,
waardoor er schone snijranden achterblijven.
Plasmasnijden kan worden toegepast op alle
elektrisch geleidende materialen.
Slijtende onderdelen
De toorts heeft 2 slijtende onderdelen: de elektrode en
de punt.
Het hafnium uiteinde van de elektrode slijt tijdens het
snijden. Wanneer er 2-3 mm versleten is, moet de
elektrode worden vervangen. Bij een versleten
elektrode zal de hulpboog zich moeilijk vormen. Dat
leidt tot een instabiele boog en een slechtere
snijkwaliteit.
Zorg ervoor dat er geen spatten op de punt komen. De
opening wordt groter en onregelmatig, waardoor de
snijkwaliteit zal verslechteren.
De levensduur van de verbruiksonderdelen varieert en
is ook afhankelijk van de toepassing.
Toorts en reserveonderdelen
Gebruik alleen originele reserve- en slijtdelen.
Onderstel met autotrafo-unit voor het automatisch
aanpassen van de aansluitspanning
(Speciale uitrusting)
Machines die geleverd worden met een auto-
transformator kunnen worden aangesloten op de
volgende netvoeding:
3*230V, 3*400V, 3*440V og 3*500V.
Door op de schakelaar (1) te drukken, schakelt de
autotransformator in (LED licht groen op). Na
40 minuten van inactiviteit schakelt de ingebouwde
energiebesparende functie de lasmachine uit. Druk op
de knop (2) om de machine weer in te schakelen (LED
licht rood op).
De energiebesparende functie kan door een technicus
permanent worden uitgeschakeld.
34

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Zeta 100

Table des Matières