3. Onregelmatig maaiwerk
4. Abnormale trillingen
tijdens het gebruik.
5. De icoon Afb. 7.E blijft aan en
de acculeds 2 en 5 knipperen.
6. De icoon Afb. 7.N knippert.
Alle andere indicaties in het
drukknoppaneel (iconen/leds)
blijven functioneel en zichtbaar.
7. De iconen Afb. 7.E en Afb. 7.N
blijven aan, de leds van de
accu 2 en 4 knipperen.
8. De icoon Afb. 7.E blijft aan en de
acculeds 1, 4 en 5 knipperen.
9. De iconen Afb. 7.E en Afb. 7.N
blijven aan, de leds van de
accu 1 en 3 knipperen.
De maai-inrichtingen zijn
niet scherp genoeg.
Hoge voortbewegingssnelheid
ten opzichte van de hoogte
van het te maaien gras.
Maaigroep
vol met gras.
Onbalans van de maai-inrichtingen.
Maai-inrichtingen gelost.
Geloste delen.
Eventuele schade
Overbelasting van de accustroom:
1. Te zware werkomstandigheden.
2. Te steile helling.
Vooralarm van oververhitting
van de accu, de tractiemotor
en/of de motoren van de
maai-inrichtingen voor:
1. Zware werkomstandigheden.
Overtemperatuur/
ondertemperatuur van de accu:
1. Zware werkomstandigheden.
2. Niet geschikte
omgevingscondities.
Stroomoverbelasting van
de maai-inrichtingen:
1. Zware werkomstandigheden.
2. Verstoppingen die de rotatie van
de maai-inrichtingen verhinderen.
3. De maaigroep zit vol met gras.
Overtemperatuur van de motoren
van de maai-inrichtingen:
Zware werkomstandigheden.
NL - 28
Contacteer een erkend
servicecentrum.
Verminder de
voortbewegingssnelheid en/
of verhoog de maaihoogte.
Wacht tot het gras droog is.
Reinig de maai-inrichting.
Contacteer een erkend
assistentiecentrum om
controles, vervangingen of
herstellingen te laten uitvoeren.
Verminder de
voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Verlaag de voortbewegingssnelheid
en controleer de helling van
het terrein waarop u werkt.
Verminder de
voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Leg de machine stil, wacht
minstens 5 minuten en start
ze daarna opnieuw.
Verminder de
voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Werk in een omgeving met
geschikte temperatuur voor de
bedrijfscondities van de machine.
Verminder de
voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Verwijder de verstoppingen.
Reinig de maaigroep.
Leg de machine stil, wacht
minstens 5 minuten en start
ze daarna opnieuw.
Verminder de
voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.