8. Moedermelk bewaren en ontdooien
8.1 Bewaren
Richtlijnen voor het bewaren van pas afgekolfde moedermelk
Kamertemperatuur
4 - 6 uur bij 19 tot 26 °C
(66 tot 78 °F)
l Moedermelk niet in de deurvakken van de koelkast bewaren. Kies in plaats daarvan
de koelste plaats in de koelkast (dat is achterin op de glazen plaat boven het
groentecompartiment).
8.2 Invriezen
l Vers afgekolfde moedermelk kan worden ingevroren in melkflesjes of in „Pump & Save"*
moedermelkbewaarzakjes. De flesjes of zakken niet meer dan voor 3/4 vullen zodat
er ruimte is voor mogelijk uitzetten.
I Label de flesjes of „Pump & Save" zakken met de afkolfdatum.
8.3 Ontdooien
Waarschuwing
Ingevroren moedermelk niet in een magnetron of in een pan met kokend water ontdooien,
158
om te voorkomen dat er vitaminen, mineralen of andere belangrijke bestanddelen verloren
gaan en om brandwonden te voorkomen.
I Ontdooi de melk door haar gedurende een nacht in de koelkast te plaatsen. Zo worden
de bestanddelen van de moedermelk behouden. Een andere mogelijkheid is om het
moedermelkflesje of het „Pump & Save" moedermelkbewaarzakje in warm water (max.
37 °C) te plaatsen.
I Het flesje of de „Pump & Save" zak behoedzaam heen en weer bewegen om eventueel
gescheiden vet door de melk te mengen. Schudden en roeren van de melk vermijden.
I Met behulp van de flessenwarmer Calesca* is het mogelijk moedermelk voorzichtig op
te warmen.
Opmerking
Deze richtlijnen voor bewaren en ontdooien zijn aanbevelingen. Nationale en interne
ziekenhuisrichtlijnen en -normen kunnen hiervan afwijken.
(Voor gezonde voldragen baby's)
Koelkast
3 - 8 dagen bij
4 °C (39 °F) of lager
-18 tot -20 °C ( 0 tot 4 ° F )
*Meer informatie vindt u op www.medela.nl of op www.medela.be
Diepvriezer
6 - 12 maanden bij
Ontdooide
moedermelk
In koelkast max.
10 u. Niet opnieuw
invriezen!