F1
SEX (geslacht)
F2
AGE (leeftijd)
F3
HEIGHT (lengte)
F4
WEIGHT (gewicht)
F5
FAT (vet)
FAT (vet)
FAT (vet)
FAT (vet)
BAND INSTELLING
Het kan zijn dat het nodig is de loopband bij te stellen tijdens de eerste weken van gebruik. Alle banden
zijn nauwkeurig geplaatst in de fabriek. Het is mogelijk dat de band uitrekt of scheef loopt na gebruik.
Het uitrekken van de band is normaal in de eerste periode van gebruik.
Instellen van de bandspanning
Als de band aanvoelt alsof hij slipt of stottert als u uw voet neerzet tijdens het rennen, kan het zijn dat
de spanning van de band moet worden verhoogd. Verhogen van de spanning van de band:
1. Start de loopband zonder dat iemand er op staat. Druk op de snelheidsknop totdat 5,6 km/h bereikt
is.
2. Plaats een sleutel op de linker aanpassingsschroef van de band. Draai de sleutel kloksgewijs een
kwart om, om de achterrol aan te trekken en de spanning op de band te verhogen.
3. Herhaal stap 2 voor de rechter aanpassingsschroef. Verzeker u ervan dat beide schroeven even strak
aangedraaid worden, zodat de achterrol in evenwicht en waterpas blijft ten opzichte van het frame.
4. Herhaal stap 2 en 3 tot het slippen is verdwenen.
Let op: voer de spanning niet te ver op, zodat u een te hoge druk creëert op de voor‐ en achter
roldragers. Dit zal resulteren in een aanlopend geluid. Om de spanning van de loopband te verlagen,
draait u beide schroeven hetzelfde aantal keer tegen de klok in.
Centreren van de band
Als u rent, zet u soms met de ene voet harder af dan met de andere. De mate van buigzaamheid hangt
af van de inspanningskracht van de ene voet ten opzichte van de andere. Deze buigzaamheid zorgt
ervoor dat de band terugloopt naar het centrum van het loopdek als de gewichtsdistributie
uitgebalanceerd is, of er niemand op de loopband staat.
Als de loopband steeds scheef loopt, zult u deze manueel moeten centreren:
1. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond.
2. Start de loopband zonder dat iemand er op staat, druk op de snelheidsknop totdat 5,6 km/h bereikt
is.
3. Observeer of de band tegen de rechter of linker zijde van het dek loopt.
a. Indien tegen de linkerzijde van het dek:
Draai de linker aanpassingsschroef een halve cirkel met de klok mee, en de rechter
aanpassingsschroef een halve cirkel tegen de klok in.
01 = male (man), 02 = female (vrouw)
10 ‐ 99
100‐ 200
20 – 150
≤ 19 = ondergewicht
20 – 25 = normaal gewicht
25 – 29 = overgewicht
≥ 30 = zwaarlijvigheid
14