COMPUTERBEVELEN
Displays
PULSE / CALORIES (HARTSLAG / CALORIEËN): geeft de calorieën en de hartslag weer. Zodra de
calorieënteller de 999 heeft bereikt, zal deze opnieuw bij 0 beginnen te tellen. Indien u de calorieën
ingesteld heeft, dan zal vanaf het ingestelde aantal afgeteld worden naar 0, waarna de loopband
langzaam zal stoppen en 'END' zal weergeven.
Wanneer de gebruiker de handpulssensoren met beide handen langer dan 5 seconden vasthoudt, geeft
de display de hartslag weer (50‐200 hartslagen per minuut).
TIME / DISTANCE (TIJD / AFSTAND): geeft afwisselend de tijd (0:00 – 99:59) en de afstand (0:99,9) weer.
Zodra de tijd opgelopen is tot 99:59, dan zal de loopband langzaam stoppen. Indien u de tijd ingesteld
heeft, dan zal vanaf de ingestelde tijd afgeteld worden naar 0:00. Zodra 0:00 bereikt is, zal de loopband
langzaam stoppen en 'END' weergeven in het display.
Zodra de afstandteller de heeft bereikt, dan zal de loopband langzaam stoppen. Indien u de afstand
ingesteld heeft, dan zal vanaf de ingestelde afstand afgeteld worden naar 0, waarna de loopband
langzaam zal stoppen en 'END' zal weergeven.
SPEED (SNELHEID): geeft de snelheid (1,0 – 16 km/h) weer.
Knoppen
PROGRAM (PROGRAMMA): wanneer de loopband stilstaat, is deze knop bedoeld voor het kiezen van
een programma: 0:00 (handmatig instelbaar programma), P1 t/m P12 (voorgeprogrammeerde
programma's), FAT (lichaamsvetprogramma).
MODE: gebruik deze knop om te wisselen tussen de verschillende opties: 0:00 (handmatige bediening),
15:00 (tijd aftellen), 1,0 (afstand aftellen) of 50 (calorieën aftellen). Gebruik de SPEED‐knoppen om de
instellingen te wijzigen. Druk vervolgens op START om de loopband te starten.
START: zodra het apparaat is ingeschakeld en de veiligheidsmagneet is bevestigd, kunt u op deze knop
drukken om de loopband te starten.
11